Podcast 'Experimentenprogramma Verduurzaming van Kwetsbare Wijken'

Het Experimentenprogramma Verduurzaming van Kwetsbare Wijken loopt al een paar jaar. Platform 31 en Universiteit Nyenrode trekken hierin samen op met een aantal gemeenten.

Thema

Verbinden van Opgaven

Inhoud

Koppelkansen
Verbinden

Beluister de podcast

Voor deze podcast hebben we gesproken met Reinier Romijn (BZK), Nicolien Wirschell (gemeente Rotterdam) en Maurice Coen (Nyenrode). Samen bespreken we vanuit de Huiskamer Aardgasvrij Pendrecht wat er zoal geleerd is in het experimentenprogramma, hoe die kennis bij andere gemeenten terecht moet gaan komen en wat dit betekent en heeft betekent voor de wijk Pendrecht.

Klik op 'Lees meer' voor de transcriptie van deze podcast. 


Voice over:

Welkom bij deze Podcast voor gemeenten van het programma aardgasvrije wijken.

Om van elkaar te leren gaan we in gesprek met gemeenten die werken aan het aardgasvrij maken van wijken. Luister mee als zij ons vertellen over hun projecten, ervaringen en plannen.

René Schellekens:

Daar zijn we dan weer! Voor onze podcast. Deze keer gaan we het hebben over “het Experimentenprogramma verduurzaming kwetsbare wijken”. Ik heb bij mij aan tafel Maurice Coen van Nyenrode en een van de uitvoerders van het Experimentenprogramma. Ik heb Nicolien Wirschell bij mij van de gemeente Rotterdam en Reinier Romijn van BZK, programma PAW. En ik ben René Schellekens.

  • René: We zitten hier in de huiskamer Aardgasvrij Pendrecht. Het is hier wel stil en het galmt ook een klein beetje hoor ik. Maar hier is over het algemeen een drukte van belang volgens mij Nicolien, of niet?
  • Nicolien: Ja, we zijn drie middagen per week geopend en dan komen mensen binnen en dan gaan ze weer. Ze komen voor verschillende dingen binnen.
  • René: Wat gebeurd er zoal?
  • Nicolien: Mensen die komen vragen stellen over het aardgasvrij worden van deze wijk.

Maar ze komen ook boeken pakken en weer terugbrengen die we hier hebben staan. Want we zijn duurzaam op alle manieren, dus ook circulair.

  • René: Hartstikke mooi! We zitten natuurlijk niet zomaar in Pendrecht, want Pendrecht was een onderdeel van het Experimentenprogramma. Waarom is een wijk als Pendrecht een onderdeel van het Experimentenprogramma kwetsbare wijken geworden?
  • Nicolien: Pendrecht is een Rotterdamse wijk op Rotterdam-Zuid. Hier leven zo ongeveer 12.000 mensen in deze wijk. Ze hebben vaak een smalle beurs en zijn meer bezig met de problemen van vandaag dan met de uitdagingen van morgen. Toen ik begon, begon ook net dit Experimentenprogramma van Platform31 en het leek mij een mooie aanvulling om daar aan deel te nemen namens Pendrecht.
  • René: Wordt het vooral gekenmerkt door de smalle beurs of zijn er meer kwetsbaarheden die je in zo’n wijk als deze tegenkomt?
  • Nicolien: Dit is in ieder geval wel wat heel relevant is voor de energietransitie.
  • René: Ja, oké. We hebben zo’n Experimentenprogramma en hoe is dat zo tot stand gekomen, Maurice?
  • Maurice: Het is tot stand gekomen door o.a. Anke van Hal van Nyenrode. Die samen met mensen van Platform31 vonden dat de manier waarop de energietransitie op dat moment plaatsvond, dat dat mogelijk ten koste zou kunnen gaan van de kwetsbare groepen. Vanaf 2009 tot en met 2019, je zou kunnen zeggen tot aan het Klimaatakkoord, werd er vooral ingestoken op innovatie en op de businesscase en waren de marktpartijen aan zet.

Die marktpartijen waren hartstikke goedbezig hoor, daar gaat het helemaal niet om. Maar die pakten de meest voorkomende woningen. Die pakten de rijtjeshuizen, om daarmee te experimenteren. Hartstikke nodig, maar als dat was door blijven gaan dan waren de bewoners die in kwetsbare wijken wonen in minder goede woningen, die minder courant zijn, de dupe geworden en waren als laatste aan de beurt.

Dat was ook een van de gedachten die erbij kwam. Het tweede punt. De energietransitie aanpakken vanuit wijkgerichtheid, dus niet vanuit de opgave zelf. Maar door wijken op te pakken. Dat sprak hen al heel erg aan. Platform31 is hier al langer mee bezig en Anke van Hal ook vanuit Toronto. Toen dat bij elkaar kwam, toen hebben ze gedacht wij moeten een programma opzetten om dat ook in Nederland te gaan doen.

  • René: Nou noem je al heel even snel Toronto. Misschien is het goed om daar even iets over te zeggen, want Toronto is een inspiratiebron geweest voor Anke om dit project überhaupt op te zetten. Ze heeft daar ook dingen gezien, waarvan ze denkt dat zou wel eens kunnen werken ook in Nederland. Kan jij daar iets over zeggen? Je bent natuurlijk Anke niet, dat hoort iedereen.
  • Maurice: Inderdaad René, ik ben Anke niet. Inderdaad, de ervaring in Toronto is een grote inspiratiebron geweest voor Anke maar ook voor ons.

Er zijn een aantal dingen specifiek. Ten eerste, de manier waarop het is aangepakt in Toronto. Die kenmerkt zich eigenlijk doordat er zeer grondig van te voren geanalyseerd is en het hele traject ook zeer grondig gevolgd is.

  • René: Wat is er dan precies geanalyseerd? Want je kunt van alles analyseren in zo’n wijk van de bodem tot aan de mensen, zeg maar.
  • Maurice: Dit klinkt gelijk weer veel te abstract, uiteraard.
  • René: Ja, je bent een wetenschapper of je bent het niet, Maurice.
  • Maurice: Wat ze gedaan hebben, ze zijn echt de wijk in gegaan, de buurt in gegaan. Ze hebben samen met de bewoners boven water gehaald wat er in die wijk speelt. Dat is het uitgangspunt geweest. Daarna zijn ze gestart met onderwerpen die belangrijk zijn voor de bewoners in die wijk. Dat was dus niet de energietransitie, dat was niet verduurzamen. Nee, dat was voedsel in dat geval. Ze hebben zich gericht op wat voor bewoners belangrijk is. Daar zijn ze mee gestart en dat is ook het aanknopingspunt geweest om daarna ook de wijk en de woningen verder te verbeteren. Dat is een belangrijk uitgangspunt. Die zeer grondige start.
  • René: Eigenlijk kijken waar de belangen van de bewoners zitten, waar hun wensen en prioriteiten zitten?
  • Maurice: Dat is zeker ook geadopteerd in Nederland. Het tweede aspect dat is, dat ze het traject heel grondig hebben opgepakt en ook op een bijna wetenschappelijke manier hebben gevolgd. Zodat ze ook heel goed konden sturen en konden aantonen wat wel en wat niet werkt.
  • René: Dat is wel heel mooi. Wat ik ook wel mooi vond en dat heeft Anke mij wel eens verteld. Zij liep in de wijk en dacht volgens mij: ‘De meeste mensen die hier wonen zullen het liefst zo snel mogelijk uit deze wijk weg gaan’. Dan doe je onderzoek en dan blijkt dat helemaal niet zo te zijn. Want die mensen hebben daar hun sociale netwerk zitten. Die willen helemaal niet weg. Dat is  iets als een vooringenomenheid en daar kom je altijd een wijk mee in. Ik ben nu ook, volgens mij, voor het eerst in Pendrecht. Ik ben er een keer doorheen gelopen, maar toen heb ik er niet zoveel van mee gekregen en dan heb je meteen een beeld van die wijk. Dat hoeft helemaal niks te maken te hebben met de bewoners die daar wonen en hoe die dat ervaren.

Hoe zie jij dat? Is dat ook een rede geweest om hieraan mee te doen, overigens?

  • Nicolien: ja en nee. Want ik herken heel erg wat Maurice zegt en ook het belang wat ik er zelf aan hecht. Toen wij hier begonnen in Pendrecht in 2018 gebeurde eigenlijk een aantal dingen tegelijk. We hadden een aanvraag gedaan voor de Proeftuin, voor het Programma Aardgasvrije Wijken van BZK, van het Rijk. En ik wilde hier met een aanpak beginnen wat echt aansluit bij de mensen. Dus waar ik mee begonnen ben, is nadat ik met allerlei mensen hier in de wijk wat informeel heb gesproken, een bewonersonderzoek. Om te kijken, waar zit nou de weerstand en waar zitten kansen voor de energietransitie? En vanuit die kennis ga je dan vervolgens je programma inrichten en daar heb ik echt heel veel aan gehad.
  • René: Want kende jij het verhaal van Toronto van Anke? Dat je dacht dat is misschien een werkvorm waar we iets mee kunnen?
  • Nicolien: Nee dat was pas in het voorjaar en in het najaar ben ik begonnen met het onderzoek.
  • René: Mooi is dat eigenlijk, dat het dan zo bij elkaar komt.
  • Nicolien: ja

 

  • René: Als je dan kijkt naar zo’n programma, dan wil ik jou eens wat vragen Reinier, hoe wordt daar vanuit PAW naar gekeken, naar een dergelijk experimentprogramma? Is dat echt een aanvulling?
  • Reinier: Jazeker, toen de proeftuinen begonnen de eerste ronde, was het nog heel erg gericht op technische haalbaarheid en financiën. Dat het allemaal op orde was. Dus de techniek en geld stond eigenlijk voorop om een proeftuin voor elkaar te krijgen.
  • René: Eigenlijk wat Maurice schetste.
  • Reinier: Ja. Wat er dus vanuit verschillende partijen werd aangegeven, dus ook een sociale transitie. Zorg ervoor dat je goed weet wat er speelt in die wijk. Bij de eerste ronde was dat gewoon wat minder op het netvlies, maar dat is wel beter geworden in de tweede en de derde ronde. Eigenlijk veel beter. En ik denk dat het experimentenprogramma daar ook aan heeft bijgedragen.

Maar wat gewoon belangrijk is, is dat je met al die proeftuinen, die gaan allemaal zo hun eigen route lopen. En met zo’n experimentenprogramma ga je even focus leggen op wat werkt er nou voor dit type wijken. De kwetsbare wijken, zoals we ze noemen. Welke lessen haal je daar nu uit en hoe ga je dat doen bij andere wijken die soortgelijk zijn. Door juist die focus erop te leggen, helpt het enorm voor andere proeftuinen om weer verder te gaan.

We hebben nu ook gevraagd aan Anke en Maurice welke van die lessen, die je nu hebt geleerd in die kwetsbare wijken zijn nou eigenlijk integraal, universeel?  Daar gaan we dit jaar verder op in. Dan blijkt eigenlijk zo door de oogharen heen. Het zijn gewoon best wel goede dingen die je ophaalt in zo’n experimentenprogramma die best wel breed toe te passen zijn. Wij zijn heel benieuwd dit jaar hoe dit verder wordt ontwikkeld. We zijn ook heel blij dat we dit programma hebben gedraaid afgelopen jaar.

  • René: Dat snap ik. Ja.
  • Reinier: En nu zitten we in de vervolgfase:  ‘Wat gaan we nu doen?’
  • René: Als ik nu aan jou vraag Nicolien. Je hebt meegedaan aan het experimentenprogramma. Daar heb je ongetwijfeld in de wijk ook positieve effecten van gezien. Zou je iets kunnen noemen wat juist een invloed is geweest vanuit zo’n experimentenprogramma? Dit is een moeilijke vraag, natuurlijk. Je zit ook in een rijdende trein, die is ook binnengekomen. Natuurlijk.
  • Nicolien: Nou, wat ik heel erg heb gewaardeerd van het programma bij Platform31 dat waren de bijeenkomsten die we 1 keer in de twee, drie maanden hadden. En dat daar ook een bepaalde continuïteit in zat. In ieder geval tot Corona. Waardoor je elkaar ook echt leerde kennen. Want het waren elke keer dezelfde mensen. Daar werd ook op gestuurd aan de voorkant, dat het ook steeds dezelfde mensen waren.
  • René: Ook voor die vertrouwensbasis naar elkaar toe denk ik?
  • Nicolien: Ja precies. Wat ik op zo’n dag zelf heel bijzonder vond. Dat heb ik meerdere malen ook tegen Anke en Maurice gezegd, dat was eigenlijk de afwisseling binnen een bepaald thema van de dag. Er waren altijd kennisbommetjes en dat gingen we in de praktijk toepassen en erover praten. Dat is heel waardevol geweest.
  • René: Als je dan kijkt naar Pendrecht zelf, want je hebt hier mensen van diverse pluimages. Zijn er nu binnen zo’n experimentenprogramma doelgroepen waar je dan speciaal aandacht voor hebt gekregen? Of waarvan je denkt, van nou daar is zo’n aanpak beter op van toepassing?
  • Nicolien: Nee, ik zag vooral heel veel herkenning.
  • René: oké. Ja.
  • Nicolien: En bevestiging van dat een aanpak waarbij veel meer vanuit de bewoner uitgaat. Dat dat uiteindelijk, en dat hoop ik nog steeds,  veel meer effect heeft dan dat je het benaderd dat er een technische transitie plaatsvindt.
  • René: ja, kun je daar eens een voorbeeld van geven? We zitten hier in de huiskamer van Aardgasvrij Pendrecht. Ik zie daar een hele uitgebreide keuken.
  • Nicolien: Een van de dingen die uit dat bewonersonderzoek terug kwam, waar ik het net over had. Dat was dat mensen moeite hebben met het idee om niet meer op gas te koken. Omdat men dat vanuit de cultuur heel erg gewend is. Pendrecht is ook een wijk waar veel verschillende culturele achtergronden zitten. Nou ja, zo’n onderzoeksresultaat geeft ons dan de kans om te denken, wat kunnen we daar aan doen? Zo hebben we bedacht, als we iets gaan doen in die wijk, want dat was een van de andere zaken die uit het onderzoek naar voren kwam. Dat was de hoge informatie behoefte. Het is zo nieuw en men was bang om iets te missen. Dus men wilde zeker weten, dat als men een vraag had, dat men altijd ergens naar binnen kon schuiven om die vraag te stellen.

Dus dat was ook het idee om midden in het winkelcentrum hier met een winkel te beginnen. Die hebben we dan toevallig huiskamer genoemd, omdat je dan veel meer ook in het comfort zit dan een of ander kil informatiecentrum en we hebben gedacht als dat koken op aardgas zo’n ding is om daardoor op elektrisch over te gaan dan gaan we het met elkaar proberen. Echt ook proberen. Wij hebben hier niet de wijsheid in pacht. Wij geven jou haakjes als bewoner om zelf een bepaalde afweging te maken. Dus als hier iemand binnenkomt en zegt van: ‘Nou moet ik overstappen op elektrisch en dat vind ik moeilijk, of dat wil ik niet, of mijn man wordt boos en kook ik dadelijk niet meer lekker’ dan zeggen we tegen de mensen: ‘Neemt u eens wat mee, dan gaan we samen koken. Dan gaan we  samen uitproberen’.

  • René: Ben je daar wel eens zelf bij?
  • Nicolien: Ik ben niet echt een keukenprinses. Dus nee, daar hebben we onze voorlichters voor.
  • René: Krijg je wel eens ervaringen van mensen terug?
  • Nicolien: Zeker ja. Anke heeft het dan op een wetenschappelijke manier gedaan en ik doe het dan wat pragmatischer. Er zijn hier altijd twee voorlichters op het moment dat we open zijn. Aan het einde van de dag krijgen we altijd een schriftelijke terugkoppeling. Van hoeveel mensen zijn er geweest, wat waren de vragen en wat waren de kwesties? Zodat je er altijd op kunt anticiperen. Dan krijg ik ook die voorbeelden te horen.
  • René: Dat heb ik je natuurlijk van te voren natuurlijk niet gevraagd, maar kun je zomaar een voorbeeld oplepelen zeg maar? Van iets bijzonders wat hier dan gebeurd is? Of een bijzondere vraag waar iemand mee gekomen is?
  • Nicolien: Die vraag die ik dan zo net tussen neus en lippen zei. Er kwam op een gegeven moment hier een dame binnen, we waren net open. Die was heel erg ongerust, want haar man vond het erg belangrijk dat er lekker werd gekookt en nu was bang dat dat dadelijk niet meer ging, als ze elektrisch ging koken. Toen hebben we tegen haar gezegd, neem wat ingrediënten mee en laten we het eens proberen. Vervolgens kregen we de eerste lockdown. We hebben die mevrouw nooit meer gezien, dat is jammer. Wat ik net zeg, we zitten hier in een winkelcentrum. We hebben hier ook restaurantjes of take-away. Er zit hier een populaire broodjeszaak. Een Surinaamse broodjeszaak. En die wokken.
  • René: Dan moet je me direct zo even zeggen waar die precies zit. 
  • Nicolien: Dat zal ik wel zeggen ja. Daar tegenover zit een hele lekkere viszaak. Dat ga ik je ook vertellen. Maar in ieder geval die koken ook op gas. Daar hebben we daar ook mee gesproken. Op een gegeven moment zul je toch op een andere manier moeten gaan koken. En toen zijn ze hier op een maandagmorgen geweest. De eigenaar met zijn twee koks om hier te koken. Op hun manier.
  • René: Leuk is dat. Wat ik mij ook aanvraag als je dat doet. Er komt zo’n vrouw. Helaas heb je haar daarna nooit meer gezien. Maar als zij hier komt koken is het natuurlijk nog minstens zo belangrijk dat haar man meekomt om te proeven of het wel lekker is geworden.
  • Nicolien: Ja, dat zou heel goed kunnen. We zijn op zaterdag open en ook op vrijdag. Er zijn zat momenten. We geven hier ook kookworkshops. Dan gaan we met elkaar koken. Aan de overkant worden er taallessen gegeven. Vaak ’s morgens dan komen de mensen van de taalles hier en dan wordt er gezamenlijk gekookt, gegeten en dan geven we ook informatie over hoe je energie kan  besparen. Want dat is wel de issue hier op dit moment, de hoge gasprijs.
  • René: Ja, dat snap ik.  Maurice, ik hoor dat nu zo en rondom het experimentenprogramma heb ik ook al gehoord over een actieonderzoek. In relatie tot dat actieonderzoek. Hoe werkt dat? Wat kun je hiermee, zeg maar als programma? Met de kennis die je eruit haalt?
  • Maurice: Met de kennis die bijvoorbeeld uit Pendrecht komt. Ik vind Pendrecht, of in ieder geval Nicolien is op een hele specifieke manier gestart. En Nicolien heeft als eerste bedacht, hee wacht eens je moet verbinding zoeken. Ik ga in de wijk zitten. Dat was haar eerste gedachte. Als ik het mis heb Nicolien, dan moet je het mij maar vertellen. Haar plan was, ik moet zorgen dat ik in de wijk ga zitten. Dat heeft ze gedaan. Ze is verbinding gaan zoeken met alle partijen. Niet allen met de bewoners maar ook met alle andere partijen. Heel regulier overleg gestart van het begin af aan. Dat bracht ons op het idee, hee wacht eventjes, zo’n plek in de wijk.

Wij merkten meteen dat het werkte zo’n plek in de wijk. En ook wat het betekende voor bewoners. We hebben nog die eerste banenmarkt meegemaakt, de eerste kookworkshops vlak voor Corona. Dat werkte als een trein. Voor bewoners werkt het, maar ook voor al die andere partners die hier tweewekelijks, volgens mij, in het begin bij elkaar zaten. Ook de particuliere huurders daar heb je hier last van. Het plan prima, maar eerst ervoor zorgen dat er verbinding is. Langzamerhand is die verbinding, heeft die basis van verbinding gezorgd voor een goed plan. Dat was heel specifiek.

Wat we uit het experimentenprogramma hebben gehaald, onder andere, is dat meer gemeenten bezig zijn met een plek in de wijk. Wat kunnen we leren van een plek in de wijk. Hoe kunnen we daarmee experimenteren. Kunnen we gaan kijken wat de verschillen zijn van het hanteren van een plek in de wijk. Het werd al op een specifieke manier gedaan zoals ik net vertelde, maar daar kan je dan actieonderzoek op doen. Dan kan je gaan uitproberen wat wel werkt en wat niet werkt. We kunnen de lessen van de een vertellen aan de ander.

  • René: precies. Ik vind het mooi dat je de een en de ander noemt want dat was net een vraag die op mijn lippen brandde.  We zijn natuurlijk in Pendrecht, dat is een mooi voorbeeld. Maar er waren meerdere wijken aangesloten bij het experimentenprogramma. Zie je gelijkenissen in die wijken en in aanpakken die werken?
  • Nicolien: We gingen altijd naar zo’n wijk toe pré Corona. Ik dacht heel vaak van dat is allemaal wederopbouw, allemaal jaren vijftig en zestig. Allemaal zelfde soort wijken.
  • René: En als je dan kijkt naar het programma zelf. Haal je daar de informatie? Heb je het idee, wat ze in Pendrecht hebben gedaan dat moeten ze in, noem een willekeurige wijk die erin zat, daar zouden ze het ook eens moeten proberen? En gebeurde dat dan ook? Of is iedereen toch zijn eigen pad gegaan en heb je dat in het onderzoek bij elkaar gevoegd?
  • Maurice: Nee zeker niet. Laten we wel zijn, iets wat ergens werkt hoeft niet per definitie ergens anders ook te werken. Dat begrijpen we allemaal. Elke situatie is anders. Maar er is zeker goed naar elkaar geluisterd en er zijn ook zeker punten overgenomen die in de ene wijk werkte en die hebben ze in een andere wijk op hun eigen manier geprobeerd toe te passen. Dat is onder andere de plek. In mijn beleving waren Tilburg en Rotterdam de eerste met zo’n plek. Daar is dat van gekopieerd, zou je kunnen zeggen, van de andere wijken. Zo werkt dat naar mijn idee.
  • René: Ja. Mooi is dat. Als ik dan aan jou vraag, Nicolien. Want Rotterdam is niet alleen Pendrecht, je hebt meerdere dingen. Ik heb ook al eens eerder gesprekken gehad met mensen uit  Bospolder Tussendijken. Leren jullie onderling van die verschillende wijken ook heel veel van elkaar?
  • Nicolien: Jazeker. Wij zijn in zes wijken bezig in Rotterdam. En we hebben daar een heus leerprogramma voor opgesteld intern. Met verschillende leerlijnen. Een van die leerlijnen is dan betrekken van bewoners. Niet verrassend dat ik die dan trek. En we hebben daar, eind maart, begin april, een leerfestival gehouden voor iedereen, zodat ook andere steden konden leren van de eerste ervaringen die wij hier in Rotterdam hebben opgedaan.

Dat is juist ook belangrijk, maar natuurlijk ook de essentie van het Programma Aardgasvrije Wijken. Er is geen blauwdruk hoe je het doet. Er is alleen maar ervaring bij woningcorporaties die al de energietransitie hebben meegemaakt. Maar een hele wijk van het aardgas af, waar ook allerlei eigenaar bewoners zitten, waar de situatie achter de voordeur overal anders is, dat is totaal nieuw.

  • René: Zie je daar in Pendrecht ontwikkeling in, nu ook?
  • Nicolien: Op welke manier bedoel je?
  • René: In de zin van, het doel is om aardgas vrij te worden. Zie je dat daar, de gestegen prijzen zullen daar misschien bij geholpen hebben, dat weet ik niet. Maar zie je dat daar ontwikkeling is? Dat mensen meer genegen zijn om in dat traject mee te gaan?
  • Nicolien: We hebben een jaar geleden, hebben we in een groot deel van de wijk een financieel aanbod gedaan om over te stappen op stadsverwarming. In deze wijk blijkt uit een stedelijk onderzoek, dat stadsverwarming de goedkoopste oplossing is. In een andere wijk kan dat natuurlijk weer anders uitpakken. In deze wijk is iedereen vrij om zelf te beslissen of je al van het aardgas af gaat en hoe. We hebben hier in de huiskamer ook een warmtepomp staan en andere manieren om aardgas vrij te worden. Maar stadsverwarming dat is het alternatief wat de gemeente Rotterdam subsidieert.

Dus we hebben een jaar geleden in een groot deel van de wijk al voor het eerst een aanbod gedaan en met heel veel subsidie. Want de kosten zijn veel duurder dan wat mensen kunnen betalen en voor 1.500 euro kan je hier dan overstappen op stadsverwarming. Dat zijn eenmalige aansluitkosten. Nu hebben we ongeveer voor bijna de helft van de wijk het intentieformulier binnen. Dus ja, ik ben daar erg blij mee.

  • René: Als je dan zo’n aanbod hebt gedaan. Dan kan ik mij voorstellen dat het hier in de huiskamer ook een paar weken wat drukker is?
  • Nicolien: Jazeker. Maar dan ga je ervan uit dat de mensen naar jou toekomen. Wij gaan ook naar de mensen toe.
  • René: Dat was mijn volgende vraag.
  • Nicolien: Wat wij gelijk daarna hebben gedaan, is dat we straat picknicks hebben georganiseerd. Dus we zijn gewoon in straten gaan zitten, vandaar ook die biertafels die je hier ziet. Daar hebben we een heleboel toen van aangeschaft. We zijn de wijk in gegaan. Dat hebben in juni en juli vorig jaar gedaan en vervolgens zijn we in september nog een keer langs alle deuren gegaan van de mensen die nog niet hadden gereageerd.
  • René: Want hoe doe je dat met je collega’s? Doe je dat alleen vanuit een soort van werkgroep aardgasvrij? Of zijn er collega’s vanuit sociaal bij betrokken? Hoe doen jullie dat?
  • Nicolien: Bij mijn hardcore projectteam aardgasvrij Pendrecht. Die zijn langs de deuren gegaan. We werken uiteraard wel in onze aanpak samen met andere partijen. Maar dat is meer op een andere manier. We werken samen met de politieagent of de wijkagent hier. Die komt hier ook vaak even buurten, die komt hier ook met groepen overigens. Dan doet ie ontbijtje. Maar we werken ook met jongerenwerkers, daarmee hebben we contact. Een welzijnsorganisatie.

Ja, dat is een integrale wijkaanpak. Het kan wat mij betreft veel beter. Ik vind het nog te ad hoc om eerlijk te zijn. Ik zie veel meer in een aanpak, dat je veel integrale bezig bent. Want je bent bezig met de toepassing van deze wijk. De toekomst van kinderen. Dit is ook een hele kinderrijke wijk. Feitelijk al onze inspanningen leiden tot een betere wijk en een betere toekomst.

  • René: Voor de mensen die hier wonen is natuurlijk een integraliteit eigenlijk vanzelfsprekend?
  • Nicolien: De kans is, dat je met die energietransitie vrijwel een op een contact hebt. Met heel weinig programma’s is dat zo die je in de wijk los laat. Dus we hebben heel veel contacten, maar ik merk wel dat we daar nog wat roepende in een woestijn in zijn.
  • René: Dat snap ik wel. Maurice, het experimentenprogramma heeft al een aantal jaren gelopen. Eigenlijk zijn we met een soort van doorstart bezig, zou je bijna kunnen zeggen. Eigenlijk zijn we nooit gestopt, zou je ook kunnen zeggen. Hoe zorg je er nou voor dat al die ervaringen zoals die in Pendrecht zijn opgedaan, dat die ook verspreid worden door het land?
  • Maurice: Dat is een lastige kwestie. Gelukkig hebben we dit jaar de mogelijkheid om de kennis die is opgedaan ook te verspreiden naar partijen buiten het experimentenprogramma. Hebben we natuurlijk de voorgaande jaren ook gedaan, door middel van publicaties en lezingen en bijeenkomsten. Maar nu richten we ons vooral daarop. We richten ons de komende jaar vooral op het verder brengen van die kennis. Maar is het wel een gek dingetje wat mij betreft. Want wat je ziet is dat deelnemers en mensen die bezig zijn, professionals die bezig zijn met aardgas vrij maken van wijken, dat die in eerste instantie vooral, ik noem dat instrumentele kennis nodig hebben. Kennis om iets voor elkaar te krijgen. Kennis om bewoners te betrekken. Kennis over de techniek. Maar binnen no time, al heel snel, komen ze erachter dat er van alles moet veranderen binnen de gemeente, binnen regelgeving,  binnen de samenwerking, om het voor elkaar te krijgen. Daar is trans formatieve kennis voor nodig.
  • René: Eigenlijk naast die energietransitie een organisatietransitie?
  • Maurice: Trans formie precies. Dat geldt niet voor elke gemeente en niet voor elke situatie. In sommige gemeentes die werken al op manier die heel goed aansluit op aardgasvrij maken van wijken, maar een heleboel gemeentes ook niet. De instrumentele kennis, de kennis die nodig is om het voor elkaar te krijgen, die is hartstikke van belang. Maar die wordt wel gevonden. Die wordt ook gevraagd. Maar de kennis om de boel te veranderen op een zodanige manier dat het ook binnen een gemeente samen met je partners voor elkaar gekregen kan worden, die kennis wordt niet gevraagd.

Dus je kan aanbieden wat je wil. Het wordt pas gevraagd als ze tegen een probleem aanlopen. Dat is een wel ingewikkelde. Dus daar bijten we onze tanden nog steeds een klein beetje op stuk. Maar we hebben gelukkig dit jaar nog om daar druk bezig mee te zijn.

  • Nicolien: Daarbij moeten we ook niet vergeten dat het een luxe is om bij een gemeente als Rotterdam te werken, omdat we een heel team hebben. Ik ben ook gemeentes tegengekomen, zowel bij het Programma Aardgasvrije Wijken als bij Platform31, dat er gewoon een iemand is. In een gemeente. Die is van alles. Ook van de windmolens, ook van de energietransitie.
  • René: Ik heb bij zo’n gemeente gewerkt. Toen ik weg ging werd het ook weer anders. Zo werkt dat.
  • Nicolien: Dan kan je toch ook niet iemand met duizend vaardigheden hebben?
  • René: Nee, dat klopt.
  • René: Reinier, wij hadden het er al even over. We willen die kennis gaan verspreiden. We hebben ook bij BZK nog het, hoe heet het ook alweer, Citydeal verduurzaming…..
  • Reinier: Energieke wijken
  • René: Precies die. Ja. Hoe kijk jij naar die kennisverspreiding in al die kaders, zeg maar? Hoe kunnen we daar gebruik van maken?
  • Renier: Binnen het Programma Aardgasvrije Wijken hebben we natuurlijk het kennis- en leerprogramma. Dat is een heel goed platform om dat te doen. Als Programma Aardgasvrije Wijken zitten we natuurlijk ook in eigen transitietje weer. We zullen even moeten kijken hoe kunnen we nou alles wat we hebben opgedaan in het experimentenprogramma goed in het vervolg van het kennis- en leerprogramma verankeren. Maar in ieder geval hebben we afgesproken met de partners het vervolg van het experimentenprogramma uitvoeren.

We hebben nu 18 wijken, of 16 wijken hebben we intensief gevolgd en met elkaar opgetrokken en een hele hoop kennis met elkaar opgedaan. Nou ja, deze partijen hebben zich flink ontwikkeld. En weten ook nog niet het antwoord op allerlei vragen. Dus daar moeten we vooral mee doorgaan. Andere gemeentes die kun je niet alleen maar het rapport geven, met dit zijn de onderzoeksresultaten. Die zullen ook weer een heel traject moeten doorlopen eigenlijk.

Dit is ongelooflijk goed geweest voor het experimentenprogramma dat wetenschap en praktijk zo dicht tegen elkaar aan heeft gezeten. Dat gun ik ook de gemeentes die dat allemaal nog niet hebben mogen meemaken. Dat ze ook geholpen worden in, hoe doe ik dit nou eigenlijk? Waar loop ik allemaal tegenaan? Wat zijn de do’s en don’ts?  In het rapport wat is opgeleverd staan een hele hoop mooie conclusies en aanbevelingen. Maar die over de schutting gooien dat zal het antwoord niet zijn op dit vraagstuk denk ik.

  • René: Het zit al in de term over de schutting gooien, natuurlijk.
  • Reinier: Dat klinkt al leuk.
  • Maurice: Om hierop aan te vullen wat we met elkaar hebben afgesproken is dat we in ieder geval een Crash Course hebben ontwikkeld. Dat is een workshop van een halve dag. En die kunnen we binnen een gemeente geven, aan een gemeente met haar partners geven. En daarin geven we een soort verkenning van de het gene wat we geleerd hebben uit het programma. Dat is een. Men krijgt een basis over een aanpak, een mogelijke aanpak, voor een kwetsbare wijk en ook handelingsperspectief. Je weet ook waar je verder kennis kan vinden en hoe je ook verder kan gaan. Dat is een ding, de Crash Course die we hebben ontwikkeld. En daarna hebben we de mogelijkheid om ook gemeenten die dat willen individueel te ondersteunen bij het, laten we zeggen, het starten met de opgave.
  • René: Zo’n Crash Course is die gericht op een gemeente of is dat dan dat er verschillende gemeenten naar toe komen? Ik kan mij voorstel dat er een gemeente met verschillende afdelingen ook zo’n Crash Course zou kunnen volgen?
  • Maurice: Onze gedachte is, dat die gegeven kan worden binnen een gemeente. Hij kan gegeven worden aan een gemeente met partners of binnen een wijk, laat ik maar zeggen. Met de partners binnen de wijk. Maar ook stel je je voor dat een provincie de gedachte heeft, ik heb een groep kop lopende gemeente en daar wil ik mee aan de slag gaan. Dan zouden we ook zo’n Crash Course vanuit dat perspectief aan meerdere gemeentes kunnen geven.
  • René: Aan jullie flexibiliteit ligt het in elk geval niet.
  • Maurice: Wij zorgen ervoor dat we de componenten meebrengen.
  • Reinier: Er kwam een vraag bij mij op.  Vanuit alles wat je nu het afgelopen jaar hebt gedaan, wat zou je nu het Programma Aardgasvrije Wijken toewensen, adviseren of aanbevelen?
  • Maurice: Dit is gevaarlijk terrein, wan dit is een stokpaard van mij, Reinier.
  • René: Berijdt dat stokpaard zou ik zeggen, Maurice.
  • Maurice: Ik vind zo ie zo de aanpak om het wijkgericht te gaan doen en daarmee te experimenteren vind ik fantastisch. Wat ik mis is de betrokkenheid van de aanbodzijde. En dan bedoel ik de aanbodzijde bouwbedrijven en renovatiebedrijven. Een heleboel van de uitvoering moet gedaan worden door die partijen. Het isoleren, de warmtepompen ophangen, de zonnepanelen installeren. Dat wordt gedaan door de installatie, bouwsector. En die is tot op de dag van vandaag nog niet betrokken bij het Programma Aardgasvrije Wijken en ook niet bij ons programma als ik eerlijk ben. Het lukt ons ook niet om dat erbij te betrekken. Dat is jammer, want die gasten, sorry. Die marktpartijen en die corporaties die erbij horen hebben in de tien jaar hiervoor, 2009 – 2019, hartstikke veel kennis opgedaan. Dus mijn aanbeveling zou zijn, zorg ervoor dat er in de komende tijd die partijen, die voor een groot gedeelte de uitvoering voor elkaar moeten gaan krijgen dadelijk, ook aansluiten. Zij hebben goede ideeën. Ze kunnen misschien ook wel nadenken over het koppelen van veiligheid aan het renoveren van woningen. Zij kunnen misschien ook wel iets doen met de gezondheid in de wijk. Zij hebben er misschien ook wel ideeën over. Sterker nog, ik weet dat ze dat hebben.
  • René: Het toeval wil dat we in elk geval ook binnen Aardgasvrije Wijken, Reinier en ik ermee aan de slag gaan. Dat we ook gaan kijken naar wijk werkbedrijven. Net zoiets als Wijkenergie Werkt. In Rotterdam zitten die. Die ook de mensen uit de wijk juist een kans gunnen om binnen dit het hele energie transitiegebeuren een rol te krijgen, zeg maar.
  • Nicolien: Ja dat is zo’n kans. En we proberen de werkgelegenheid te koppelen hier in Pendrecht ook aan de energietransitie. Hier om de hoek ligt de haven. Daar zijn nu al meer dan 8.000 vacatures die te maken hebben met de energietransitie. Die kunnen niet vervuld worden. Toen afgelopen dinsdag hier ook EU commissaris Timmermans was, heb ik ook aan hem gevraagd: Kan de EU niet iets betekenen in het aantrekkelijker maken van het werk in de energietransitie? Want over het algemeen heeft men het beeld dat het dan alleen maar gaat om de spaden in de grond. Terwijl d’r heel veel soorten werk is. Het zijn ook al die participatie mensen die wij nodig hebben. Het zijn ook de planners die wij nodig hebben. Zoveel werk is er al en komt eraan. Maar we moeten ervoor zorgen dat de mensen daarin geïnteresseerd raken.
  • René: Niet alleen de handen die nodig zijn om de dingen te doen, maar ook bij de gemeente, als ik zo om mij heen kijk, is het moeilijk om vacatures in te vullen. Het zit echt aan alle kanten.
  • Nicolien: O ja, dat werd ook geconstateerd in het rapport van Platform31. Het verloop is erg groot.
  • René: Dat is best wel lastig.
  • Nicolien: Dat komt ook, omdat we veel werken met tijdelijke krachten. Het is allemaal inhuur. Omdat het nieuw is.
  • René: Ik zou rond dit thema, het experimentenprogramma na afronding willen. Ik zou jou eigenlijk willen vragen Nicolien, wat zou jouw gemeente, die met kwetsbare wijken te maken hebben. Dat zijn ze volgens mij bijna allemaal. Wat zou je ze nou adviseren?
  • Nicolien: Begin met een bewonersonderzoek. Begin met contact leggen. Begin met verbinden. En kijk naar kansen om combinaties te maken met andere beleidsterreinen die van toepassing zijn in jouw wijk.

Rene Schellekens:

Hartstikke bedankt. Ik vond het een mooi gesprek. Maurice, Nicolien, Reinier, hartstikke bedankt. Nou, dat was hem weer deze PAW podcast over het experimentenprogramma voor duurzame en kwetsbare wijken. Dank je wel.

Voice over:

Deze podcast is opgenomen door het programma Aardgasvrije Wijken. We danken alle mensen die voor en achter de schermen hebben meegewerkt. Deze en andere afleveringen kun je terugluisteren op www.aardgasvrijewijken.nl.

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen