Plenaire opening

Het tweede Congres Aardgasvrije Wijken vond online plaats op 4 maart 2021, vanuit Nieuwegein. De bijeenkomst trok 1395 deelnemers. Onder het motto ‘Samen leren door te doen’ wisselden zij kennis en ervaringen uit op het gebied van aardgasvrije wijken en maakten zij nieuwe connecties.


Rijk deelnemersveld

Het deelnemersveld bestond uit vertegenwoordigers van gemeenten, andere overheden, woningcorporaties, netbeheerders, warmte- en bouwbedrijven, energiecoöperaties, bewonersinitiatieven, universiteiten en andere kennispartners. Gastheer Harry Louwenaar van het Programma Aardgasvrije Wijken heette vanuit het PAW Buurthuis iedereen welkom op dit virtuele congres. Gedurende de dag leidde hij een open gesprekstafel waarbij experts met verschillende achtergronden aanschoven om de besproken thema’s toe te lichten of hun visie te delen.

Repareren met goud

Hoe maak je  van proeftuinen de stap naar landelijke transitie naar aardgasvrij? Deze vraag staat centraal in de talkshow ‘PAW aan tafel’ van het congres. Gespreksleider Brecht van Hulten praat erover met verschillende gastsprekers. Rijksbouwmeester Floris Alkemade is keynotespreker. Hij benadrukt de waarde van fouten maken in een proces dat zo immens is als ‘Nederland van het gas af’. “Ik gebruik vaak de metafoor van de Japanse manier om gebroken keramiek te repareren”, zegt hij, “namelijk met goud. Wat er fout gaat, wordt een deel van je identiteit en de kwaliteit van de reparatie maakt het verschil. Het eindresultaat kan mooier zijn dan wanneer je geen fouten had gemaakt.”

Spreker Floris Alkemade

Vliegwiel

Wat we nodig hebben, is ‘transformative change’, aldus Alkemade: “Niet zomaar een kleine kentering, nee, een structureel andere manier van onze wijken inrichten, met een integrale aanpak.” Dat wil zeggen: leefbaar, duurzaam, sociaal, toekomstgericht en klimaatbestendig. De transitie naar aardgasvrij kan een vliegwiel zijn: ze kan helpen al die opgaven tegelijkertijd te realiseren. “We moeten onze wijken repareren met goud”, vat Alkemade samen. “Dan krijgen mensen er vanzelf zin in. Dit gaat uiteindelijk een prachtig verhaal worden.” 

Floris Alkemade en Brecht van Hulten

Lessen uit de praktijk

Jos van Dalen, directeur van het Programma Aardgasvrije Wijken, geeft een toelichting op een aantal videoverslagen over pilotprojecten. De eerste betreft Zoetermeer, waar gemeente, woningbouwcorporaties en Verenigingen van Eigenaren nauw samenwerken. “Het belangrijkste leerpunt is dat de gemeente een rol heeft in het bij elkaar brengen van alle partijen”, merkt Van Dalen op. “De gemeente moet een stevige regie voeren en de goede partijen om tafel krijgen. En: de bewoner moet centraal staan en echt worden meegenomen in het proces.”

Pilots in de gemeenten Opsterland en Drimmelen tonen de kracht van bottom-up werken. “Een enthousiaste bewonersgemeenschap is heel belangrijk”, zegt Van Dalen. “Je moet aansluiten bij bestaande sociale structuren en bij wat er leeft in de wijken.” De gemeente Arnhem laat zien hoe je verschillende opgaven integraal kunt aanpakken. Van Dalen: “Het gaat nadrukkelijk niet alleen om verduurzaming, maar om verbetering over de gehele linie.”

Randvoorwaarden scheppen

In deze ronde zitten drie wethouders om tafel. Een Mentimeter-poll wijst uit dat ruim 70 procent van de deelnemers denkt dat de wijkgerichte aanpak haalbaar is. “Maar het gaat niet vanzelf”, zegt Lot van Hooijdonk, wethouder van de gemeente Utrecht. “We moeten eerst de randvoorwaarden scheppen”, vult Claudio Bruggink aan. Hij is wethouder in Hengelo. Bas Kurvers van Rotterdam bepleit de ‘Pippi-Langkousmentaliteit’: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”

Het is belangrijk dat gemeenten eerlijk zijn, aldus de drie wethouders: ze hebben nog niet alle antwoorden. Daarom zijn pilots zo belangrijk – en mogen er fouten gemaakt worden, zolang je ervan leert. Daarbij is sturing vanuit de overheid nodig, plus de eerdergenoemde randvoorwaarden: burgers moeten er niet op achteruitgaan; de wet- en regelgeving moet aansluiten op wat er nodig is; gemeenten moeten voldoende gecompenseerd worden; en het kabinet moet helpen bij het ‘zendingswerk’: het uitdragen van de boodschap dat deze transitie onvermijdelijk is, maar dat we er sterker uit kunnen komen.

Uitslag Mentimeter-poll vraag haalbaarheid

Rationeel en stapsgewijs

Een tweede Mentimeter-poll laat zien welke waarden deelnemers vooral belangrijk vinden in de transitie naar aardgasvrij. Dat zijn betaalbaarheid, draagvlak en samenwerking. De wijkgerichte aanpak is daarbij cruciaal, aldus de volgende drie sprekers: Maarten van Poelgeest van het Uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord, Onno Dwars van Ballast Nedam en Marleen Stikker van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving. “We ontkomen niet aan die transitie”, zegt Van Poelgeest. “Het is belangrijk om rationeel en stapsgewijs te werk te gaan. Soms zijn er elementen van zachte dwang nodig, bijvoorbeeld op het moment dat mensen verhuizen.” Maar we moeten niet alleen kijken naar de kosten, benadrukt Dwars. “Aardgasvrij maken van een woning levert gemiddeld 8 procent waardestijging op”, zegt hij. “Daar moeten we beter over communiceren.”

Talkshow PAW aan tafel

Eigenaarschap bij de burger

Het initiatief moet niet alleen van de overheid komen, aldus Stikker. “Er is ook een enorm maatschappelijk initiatief. Als je dat op waarde schat en stimuleert, dan gaan burgers zelf al snel de complexiteit doorzien, belangen inzien, oplossingen bedenken, en draagvlak creëren in de wijken.” We moeten breder denken, en ook zaken als sociale cohesie benutten en meenemen in de batenanalyse. “Er wordt nog te veel top down gedacht, in de klassieke rolverdeling tussen overheid en burger”, zegt Stikker. “Maar er is echt een decentralisering aan de gang. Sluit daarop aan. Geef burgers eigenaarschap over hun energie-infrastructuur.” Van Poelgeest: “De overheid moet burgers uitnodigen om dit met elkaar te gaan ontdekken. Dat zou de toon van het debat moeten zijn.”

Brecht van Hulten, Maarten van Poelgeest

Cookie-instellingen