Voortgang transitievisie warmte

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten in de transitievisies warmte plannen maken voor het isoleren en/of aardgasvrij maken van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen. Begin 2022 hebben Rijk en VNG het net opgehaald. Het in het Klimaatakkoord afgesproken doel is ruim gehaald.


Transitievisies warmte

Ruim 300 gemeenten in Nederland hebben medio maart 2022 een transitievisie warmte vastgesteld. In de transitievisies warmte beschrijven gemeenten in welke wijken, buurten en kernen ze in de periode tot en met 2030 aan de slag gaan met de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ze noemen daarbij ook welke duurzame alternatieven voor aardgas ze voor die wijken overwegen. De volgende stap is dat gemeenten de transitievisies warmte concretiseren in uitvoeringsplannen per wijk of buurt. In het uitvoeringsplan beschrijft de gemeente de planning voor die wijk of buurt en welke maatregelen nodig zijn om de gebouwen te verduurzamen of al op een duurzaam alternatief aan te sluiten. Ook maken ze de definitieve keuze voor het warmtealternatief.

Stand van zaken transitievisie warmte (N = 345) medio maart
Stand van zaken transitievisie warmte medio maart

Om hoeveel woningen en andere gebouwen gaat het?

De transitievisies warmte (peilmoment medio maart 2022) hebben betrekking op de periode tot en met 2030. De transitievisies warmte tellen op tot de ambitie om 820 duizend woningen (te isoleren en) aardgasvrij te maken en om 660 duizend woningen te isoleren, maar nog niet aardgasvrij te maken. Verder is de ambitie om 24 duizend andere gebouwen (utiliteitsbouw) (te isoleren en) aardgasvrij te maken en 36 duizend gebouwen te isoleren, maar nog niet aardgasvrij te maken.

Om hoeveel woningen en andere gebouwen gaat het

 

Utiliteitsgebouwen kunnen sterk verschillen in omvang. Om toch te kunnen rekenen, worden utiliteitsgebouwen vaak omgerekend naar woningequivalenten. Daarbij wordt 130 m2 oppervlakte in een utiliteitsgebouw gelijk gesteld aan een woningequivalent. Een woning is gelijk aan één woningequivalent.

Niet alle gemeenten die in hun transitievisie warmte hebben aangegeven dat ze utiliteitsgebouwen gaan verduurzamen, hebben aangegeven om hoeveel woningequivalenten het gaat.

Bekijk de transitievisies warmte 

In deze kaart (opent in een nieuw venster) zie je de gemeenten die in de rapportage hebben aangegeven een transitievisie warmte vastgesteld te hebben. Je kunt deze transitievisies warmte downloaden via de kaart. Gemeenten die een nieuwe versie van hun transitievisie warmte willen laten opnemen op de kaart, kunnen dat via tvw@aardgasvrijewijken.nl  doorgeven.

Klik hier om de vastgestelde transitievisies warmte te bekijken

1,5 miljoen woningen en gebouwen

Er zijn in het Klimaatakkoord geen afspraken gemaakt over de verdeling van de 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen over de gemeenten. Als vuistregel kan gehanteerd worden: elke gemeente gaat plannen maken om te komen tot een aardgasvrije gebouwenvoorraad in 2050. De eerste transitievisie warmte, die gemeenten uiterlijk eind 2021 vaststellen, heeft betrekking op een derde van de totale periode. In de eerste periode is er echter sprake van een aanloopperiode waarin er opschaling wordt gerealiseerd. Mede daarom hebben de afspraken in het Klimaatakkoord voor de periode tot en met 2030 betrekking op circa een vijfde van de gebouwenvoorraad, oftewel 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen.

Woningequivalenten

De transitievisies warmte hebben niet alleen betrekking op woningen, maar ook op andere gebouwen. Omdat deze gebouwen erg kunnen verschillen qua omvang, worden ze gemeten in woningequivalenten. Een woning is gelijk aan een woningequivalent. Voor utiliteitsgebouwen geldt 1 woningequivalent is het aantal m2 van een gebouw gedeeld door 130.

Rapportage

Om te volgen hoe ver gemeenten zijn met hun transitievisies warmte is er een rapportage opgesteld. Zo is duidelijk geworden hoeveel transitievisies warmte er zijn vastgesteld. En hoeveel woningen en andere gebouwen er de komende jaren verduurzaamd gaan worden.

Cookie-instellingen