Uitgelicht: videobellen met drie proeftuinen in coronatijd

13-05-2020
5430 keer bekeken

Hoe gaat het met de proeftuinen, en wat betekent de coronacrisis voor hun contact met de wijk?

Vanuit het Programma Aardasvrije Wijken is contact opgenomen met de 23 proeftuinen om deze en andere vragen te stellen. Uit deze rondvraag bleek dat 15 proeftuinen als gevolg van de (inter)nationale maatregelen vertraging vrezen. Wij nodigden drie proeftuinen uit voor een digitale kop koffie om het te hebben over communicatie en participatie.

Het is vijf voor negen in de ochtend, en de contactpersonen uit Loppersum, Sliedrecht en Pekela melden zich. Iedereen aanwezig? Met werkend beeld en geluid? De videobijeenkomst kan beginnen. Lucien van der Plaats is programmamanager van de proeftuin Sliedrecht-Oost en bijt het spits af: “Wij zijn halverwege maart begonnen met werkzaamheden voor het geplande warmtenet. Dit is in smalle straten, en ondanks onze bodemkaarten werd er vrij snel een leiding geraakt. Daardoor moesten een paar huizen worden ontruimd. Normaal al vervelend, maar de combinatie met de lockdown-maatregelen zorgde voor extra stress bij de bewoners. We hebben daarom besloten om de werkzaamheden stil te leggen.” Een lastige beslissing, zo aan het begin van de uitvoeringsfase. Waar staan de andere proeftuinen?

Nieuwe werkelijkheid

Wilma Manenschijn is projectleider van de proeftuin Boven Pekela en de Doorsneebuurt, en dit project bevindt zich in een andere fase. “Wij hebben de situatie gebruikt om uitgevoerde  warmtescans uit laten werken tot huisgebonden offertes. Deze zijn nu grotendeels naar de bewoners toe.” De projectleider legt uit: “Onze proeftuin staat in een klein dorp en kent een hechte gemeenschap. Door die korte lijntjes is contact niet ver weg, al voelen we wel de behoefte om meer van ons te laten horen.” Deze behoefte wordt gedeeld door Willy Jansen, projectleider van de proeftuin Loppersum. “Deze situatie duurt zolang het duurt, en het lijkt erop dat we dit jaar niet meer met 100 man in een zaaltje gaan zitten.” Hij is daarom aan het experimenteren met andere manieren om contact te leggen en draagvlak te creëren. Met enige urgentie: “Wij zijn voor deze crisis tot de conclusie gekomen dat er in Loppersum geen draagvlak is voor biomassa. De haalbaarheid van ons warmtenet is daarmee afhankelijk van een alternatieve energiebron.”

Creativiteit en flexibiliteit

Jansen heeft daarom samen met LOPEC (Lopster Energie Coöperatie) de Hanzehogeschool in Groningen ingeschakeld om “mee te denken over een andere methodiek dan de fysieke bijeenkomsten en persoonlijke contacten die we gewend zijn.” De eerste enquête is in voorbereiding, en Jansen heeft het idee om visuele impressies te laten maken van een windmolen (op verschillende plekken) in het landschap. In Sliedrecht merken ze dat bewoners ook zelf alternatieve manieren van contact inzetten: “De telefoontjes en e-mails van bewoners nemen toe. Wij merken dat er behoefte is aan deze alternatieve manieren van contact, en zijn daarom bezig met een digitale bijeenkomst.” In Pekela is een ander medium (meer) in gebruik: “In onze werkgroep zit een bewoner, en die is mensen uit de wijk gaan bellen. Dat leverde interessante dingen op, ook omdat mensen in een telefoongesprek vaak andere dingen zeggen dan tijdens een openbare bijeenkomst.”

Perspectief

Wilma Manenschijn: “We leren nu alternatieven zoeken, en gaan deze creatieve uitdaging aan. Daarbij hebben we het geluk dat dat iedereen die betrokken is bij de proeftuin positief is.” Als teken van leven heeft de proeftuin een advertentie in het streekblad geplaatst [zie inzet]. In Sliedrecht wordt ondertussen rekening gehouden met verschillende toekomstscenario’s. Programmamanager Lucien van der Plaats: “Het is duidelijk dat deze situatie langer gaat duren, maar niemand weet hoelang precies. Kunnen we voor de zomer verder met de werkzaamheden, of pas in het najaar? En waar landen de extra kosten waar deze periode voor zorgt?” In Loppersum is tenslotte net een doel uit het projectplan behaald: “We hebben daadwerkelijk een demo-woning aangeschaft”, zegt projectleider Willy Jansen bescheiden. “Hopelijk kunnen we hier in de toekomst niet alleen techniek demonstreren, maar ook bewoners en andere geïnteresseerden ontvangen.”

Wat is er nodig voor een digitale bijeenkomst?

Lucien van der Plaats, proeftuin Sliedrecht-Oost: “Wij verwachten dat we de rest van het jaar geen fysieke bijeenkomsten meer hebben, en hebben daarom een bewuste keuze gemaakt om te investeren in de expertise die nodig is voor een digitaal alternatief. Die is zowel technisch als inhoudelijk. We hebben nu een goede partner voor webinars, die er ook voor zorgt dat het qua privacy klopt. Daarnaast werken we met een ontwerper aan een beeld dat alle aspecten van de proeftuin in één oogopslag laat zien. Een eerste versie hiervan hebben we in een enquête voorgelegd aan actieve bewoners, en hun opmerkingen zijn verwerkt in een nieuwe versie. Deze laten we in ons eerste webinar zien aan de deelnemers.” Heb je dan aan alles gedacht? “Bijna”, lacht de programmamanager, “we organiseren ook een test, om te kijken of alles werkt zoals we het bedacht hebben!”

Deel jouw ervaringen

Wat zijn de ervaringen in jouw proeftuin of gemeente? Door ze te delen kun je collega’s in Nederland helpen. Neem contact op met het KLP om een bijdrage te leveren aan de gedeelde kennis.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen