Fase 1: kwaliteitsanalyses
In de eerste fase analyseren expertteams, onder coördinatie van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de algehele kwaliteit van de aanvraag op de uitgevraagde vijf thema’s. Energiebesparing en –efficiëntie wordt specifiek geanalyseerd bij het thema techniek. Daarnaast wordt de uitvoeringsgereedheid geanalyseerd op basis van de in de uitvraag onder 1.4.1 genoemde elementen. Deze kwaliteitsanalyses dienen als hulpmiddel voor de Adviescommissie Aardgasvrije Wijken. De kwaliteitsanalyse die door de expertteams over de ingediende aanvraag is gemaakt, zal - nadat de selectie bekend gemaakt is- ter informatie met de gemeente gedeeld worden.
Fase 2: beoordeling door de Adviescommissie
In de tweede fase adviseert de Adviescommissie Aardgasvrije Wijken de minister van BZK over de te selecteren aanvragen. Het is in dit tijdsgewricht nog niet te zeggen wat de meest kansrijke aanpakken zijn voor het aardgasvrij maken van de bestaande gebouwde omgeving. Daarom maakt het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken bij zijn werkwijze maximaal gebruik van kennis en ervaring uit de praktijk. Er is een brede Adviescommissie samengesteld die onder meer adviseert over de te maken selecties. Naast de belangrijkste partners die namens de gebouwde omgeving deelnemen aan het klimaatakkoord, hebben ook de medeoverheden en twee hoogleraren zitting in de Adviescommissie. De directeur-generaal Bestuur, Wonen en Ruimte van het ministerie van BZK zit de Adviescommissie voor. De deelnemers vind je hier
De Adviescommissie Aardgasvrije Wijken beoordeelt zelfstandig alle aanvragen. Zij kijkt hierbij naar de bovengenoemde selectiecriteria en kan daarbij als hulpmiddel gebruik maken van de kwaliteitsanalyses van de expertteams. Naast de algehele kwaliteit, uitvoeringsgereedheid, energiebesparing en –efficiëntie en opschalingsperspectief, neemt de Adviescommissie ook de spreidingscriteria mee bij het opstellen van haar advies voor de te selecteren proeftuinen. De commissie streeft bij de totstandkoming van het advies naar een zo divers mogelijke portefeuille met in ieder geval spreiding over technieken, participatieaanpakken en een evenwichtige spreiding over grote/kleine gemeenten, verdeling van huur- en koopwoningen en utiliteitsgebouwen. Net als in de 2e ronde proeftuinen speelt het criterium van de regionale spreiding een minder stringente rol. Uiteraard blijft een evenwichtige verdeling van proeftuinen over heel Nederland het streven.
Fase 3: bekendmaking van geselecteerde proeftuinen
In het eerste kwartaal van 2022 maakt de minister van BZK de selectie van de derde ronde proeftuinen bekend. Zowel geselecteerde als niet-geselecteerde gemeenten ontvangen een gemotiveerde beschikking. Gemeenten worden voorafgaand telefonisch op de hoogte gebracht over het proces rondom de bekendmaking van de selectie.