Kristel Lammers (NPRES): De energietransitie is een sociale transitie

17-02-2021
6410 keer bekeken

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van het nieuws op deze pagina? Log in of maak een account aan. Klik op de knop 'VOLGEN' bovenaan deze pagina. Dan krijg je bericht als er iets op deze pagina wijzigt. 
 

Ik wil een account

 

Directeur Kristel Lammers van Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NPRES) blikt vooruit op de reis die de dertig energieregio’s in Nederland hebben af te leggen op weg naar 2030. Hoe staan de regio’s ervoor en hoe is de samenwerking met de gemeentelijke aardgasvrij-opgave?

Even om het geheugen op te frissen: wat doet NPRES precies?

"Wij ondersteunen de energieregio’s bij het maken van de RES’en, oftewel de Regionale Energiestrategieën. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 de CO2-uitstoot gehalveerd moet zijn ten opzichte van 1990. Eén van de afspraken is dat dertig energieregio’s in Nederland onderzoeken waar, en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden, om straks in 2030 35TWh duurzame energie op land op te wekken. Maar ook welke warmtebronnen te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Waar is ruimte en hoeveel? Zijn de plekken maatschappelijk gezien acceptabel en financieel haalbaar? De ruimte is schaars in Nederland, dus dit vraagt om maatwerk. Daarom onderzoeken de dertig energieregio’s met elkaar hoe ze dit doel kunnen behalen en leggen dit vast in de RES. Dus daarin staat onder meer hoe ze duurzame opwekking van energie ruimtelijk kunnen inpassen en hoe dit past binnen het elektriciteitsnetwerk, maar ook hoe er draagvlak voor de maatregelen gecreëerd kan worden in de samenleving."

kaart Nederland met 30 regio's
De 30 verschillende energieregio's

"In de dertig energieregio’s wordt op dit moment hard gewerkt aan de RES’en waarbij gemeenten, provincies en waterschappen het voortouw hebben, maar netbeheerders en maatschappelijke partijen ook aan tafel zitten. De regio’s betrekken ook steeds meer inwoners bij de RES. Daarnaast schuift het Rijk steeds vaker actief aan om te kijken wat er nodig is om duurzame energie, passend op het net, in de ruimte te kunnen realiseren. Zowel op het gebied van wet- en regelgeving en beleid, als het plaatsen van duurzame energie op rijksgebouwen- en gronden.

Het Nationaal Programma RES ondersteunt de regio’s door kennis te delen en te ontwikkelen over alle aspecten van de RES. Dat varieert van data-analyses die nodig zijn om de regionale situatie goed in kaart te brengen tot kennis en tools om inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij de RES te betrekken. Op de website staan voorbeelden uit de praktijk. Daarnaast kan elke regio de hulp inschakelen van de expertpool of regionale accounthouders."

Hoe ziet de routekaart naar 2030 eruit voor de RES’en?

"Om de doelstellingen te behalen zijn een aantal mijlpalen afgesproken. De eerste belangrijke mijlpaal zit er al op: de dertig energieregio’s hebben op 30 oktober 2020 hun conceptversie van de RES aangeleverd bij ons. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft die plannen doorgerekend om te kijken of het doel binnen bereik komt of dat er aanvullingen nodig zijn. De RES 1.0 moet op 1 juli 2021 vastgesteld zijn door gemeenteraden, Provinciale Staten en de algemeen besturen van de waterschappen.

Alle afspraken binnen de RES worden vervolgens verankerd in de instrumenten van de Omgevingswet. De meest koninklijke weg is dat de RES eerst landt in de omgevingsvisies van provincies en gemeenten. Het stukje dat verordent of geregeld moet worden, landt vervolgens in de provinciale verordening en het omgevingsplan voor zover dat nog niet geregeld is. Dit vormt de basis waarop vergunningen worden verleend. Er zijn ook alternatieve wegen mogelijk waarbij je het verankeren in de omgevingsvisie bijvoorbeeld parallel laat plaatsvinden met de ontwikkeling van de RES. Of je verankert de RES in een regionaal programma. Een aanpak die ik toejuich omdat je dan de gezamenlijkheid in de regio vasthoudt tussen de overheden. Het programma is namelijk bindend voor degenen die eraan meedoen. Zo kun je als provincie, waterschap, gemeente en zelfs netbeheerder een gezamenlijk programma opstellen, waarbij je de afspraken in de RES in het programma met elkaar steeds concreter maakt. Er lopen pilots rondom het gebruiken van het programma in het kader van de RES om daar ervaring mee op te doen. Uiterlijk 1 januari 2025 moeten omgevingsvergunningen zijn afgegeven voor alle trajecten die onderdeel uitmaken van de RES."

"Elke 2 jaar wordt de RES herijkt op grond van inzichten uit de praktijk, innovaties en het Nederlandse overheidsbeleid voor energie. Zo creëren we stapsgewijs de weg naar 2030 en vinden we samen het wiel uit. Stip op de horizon is 2050, dan willen we nagenoeg energieneutraal zijn."

Tijdlijn - RES op weg naar 2030 en 2050

Bekijk de afbeelding in een groter formaat. Lees hier de alternatieve tekst van de afbeelding.

Welke rol speelt de transitie naar duurzame warmte en het aardgasvrij maken van wijken in de RES’en?

"Het stukje warmte in de RES gaat over het in beeld brengen van de bovengemeentelijke vraag en aanbod van warmtebronnen en hoe gemeenten de vraag en aanbod van die warmtebronnen zo goed mogelijk op elkaar kunnen afstemmen en benutten voor de regio. De warmtetransitie die bij mensen thuis plaatsvindt, dus het aardgasvrij maken van wijken, vindt op gemeenteniveau plaats. Tussen die twee schaalniveau’s, de energieregio’s en de gemeenten, vinden gesprekken plaats om alle ontwikkelingen en keuzes zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De energieregio’s zijn momenteel druk bezig om de Regionale Structuur Warmte op te stellen. De verscheidenheid is daarin groot. Er zijn energieregio’s waar warmte al een thema was voor de RES kwam, omdat ze bezig waren met aanleggen van een warmtenet en daar met elkaar over in gesprek waren als gemeente of als regio. En er zijn regio’s waar dit thema eigenlijk helemaal nieuw is en die echt nog aan het inventariseren en analyseren zijn wat voor hen die bovengemeentelijke warmte opgave is."

De warmtetransitie die bij mensen thuis plaatsvindt, dus het aardgasvrij maken van wijken, vindt op gemeenteniveau plaats.

Gemeenten zijn al druk met de transitievisie warmte bezig. Heb je het gevoel dat de omvang van de transitie ook goed tussen de oren zit als je op regionaal niveau in gesprek bent over warmte?

"Er is een leerkring tussen de mensen uit de warmtetransitie en de RES die ervaringen uitwisselen. Of dat er altijd voor zorgt dat iedereen in de praktijk op de hoogte is, denk ik eerlijk gezegd niet. Dat is de opgave voor de komende tijd. Iedereen is vertrokken vanuit zijn eigen opgave. Die kringetjes moeten nu steeds groter worden en mensen moeten elkaar gaan tegenkomen. Iedereen is druk met zijn eigen vraagstuk en de deadlines die daarin zitten, waardoor de samenhang daartussen met hoge regelmaat het kind van de rekening is. In de volgende fase van de RES, als we zaken in uitvoering gaan brengen, is het enorm belangrijk om die verbinding met elkaar te zoeken. Dat kunnen we niet top down opleggen en organiseren vanuit Den Haag. Dat gevoel van meerwaarde en noodzaak moet onder de mensen wie het betreft ontstaan in de regio's. Het zoeken van verbinding vraagt tijd en capaciteit."

Hoe kunnen professionals binnen gemeenten die verbinding het beste zoeken?

"Dat hoeft volgens mij helemaal niet ingewikkeld te zijn. Zorg simpelweg dat je weet wat je collega’s doen die bezig zijn met de RES of met participatie rondom omgevingsbeleid en de RES. Neem een beetje lummeltijd, zoals ik dat altijd noem, om je te verdiepen en interesseren in wat er buiten jouw eigen gebied gebeurt. Daarmee wordt wat jij doet effectiever, maar dat wat je collega’s doen ook omdat je zo een samenhangend en goed verhaal kan maken. Je doet het namelijk uiteindelijk voor dezelfde inwoners. Kijk naar de tijdspaden die je met de transitievisie warmte en de RES hebt, zodat je met elkaar kunt identificeren wat cruciale momenten zijn en waar dingen samen komen. Want uiteindelijk moeten we het samen doen. En dat samendoen gaat makkelijker als je meer dan alleen een e-mailadres bent voor elkaar. Zoek elkaar (digitaal) op."

In de volgende fase van de RES, als we zaken in uitvoering gaan brengen, is het enorm belangrijk om die verbinding met elkaar te zoeken.

En als je kijkt vanuit de energieregio, heb je dan het gevoel dat gemeenten voldoende doordrongen zijn van het feit hoe groot de totale opgave is?

"Gemeenten weten heel goed dat er de komende tien jaar een enorme opgave ligt in de ruimtelijke kant van zowel de energietransitie, als de woningmarkt en de herziening van de landbouw. Maar ik denk dat niemand kan doorgronden wat dat precies in zijn grootheid en totaliteit betekent. Dat is ook inherent aan grote maatschappelijke transities zoals deze. Daarom doorloop je ze samen en stap voor stap."

Hoe gaat dit samenspel tussen gemeenten binnen de energieregio’s?

"De kunst is om de energietransitie echt als gezamenlijk vraagstuk te zien waarbij iedere gemeente een ander steentje heeft bij te dragen om het doel van 2030 en uiteindelijk 2050 te behalen. Zo kunnen grote steden met weinig ruimte voor duurzame energie en kleine gemeenten in het buitengebied met veel ruimte samen komen tot een eerlijke verdeling van lasten en lusten in de regio. Een grote gemeente kan bijvoorbeeld meebetalen om het capaciteitsniveau in de gemeente die de vergunningen af moet geven op peil te houden. Ik benadruk altijd dat de energietransitie geen technische, maar vooral ook een sociale transitie is, zowel voor burgers als voor overheden en marktpartijen."

Het gaat niet puur over getallen en wijken, er zitten zoveel menselijke vragen achter de energietransitie die we niet uit het oog moeten verliezen.

Want hoe zit het eigenlijk met het draagvlak voor de RES’en in de samenleving?

"Je zou kunnen zeggen dat er op dit moment voornamelijk twee groepen zich actief laten horen in de RES. Dat zijn voorstanders die graag iets willen met duurzame energie, zoals leden van energiecoöperaties of boeren die iets willen op hun land en daken. En de andere groep zijn mensen die juist tegen het opwekken van duurzame energie op land zijn. Grofweg vormen deze twee groepen samen 20 procent van de bevolking. De overige 80 procent is vaak minder goed op de hoogte en hebben zich daarom ook minder uitgesproken. Hier ligt dus een taak voor de regio’s, om met name via de gemeenten te kijken hoe ze een brede groep inwoners kunnen betrekken bij de RES. Dat zijn namelijk dezelfde mensen wiens huizen straks van het aardgas af moeten. En die zich in een gemeente kunnen uitspreken over een omgevingsvisie. Het is daarom belangrijk om richting inwoners het brede verhaal van de energietransitie te vertellen, waar de warmtetransitie en de overstap naar duurzame elektriciteit aan elkaar worden verbonden."

Waarom leg je zo de nadruk op het sociale aspect van de energietransitie?

"Omdat ik het belangrijk vind om ten alle tijden op het netvlies te hebben dat het om mensen draait. Het is geen abstracte technische transitie, maar een sociale transitie waarbij het gaat over de lasten en lusten van álle inwoners, ondernemers en overheden. De focus van veel gemeenten ligt vaak op het sociale domein. Begrijpelijk, maar als we de klimaatdoelstellingen niet goed inpassen gaat het ook ten koste van mensen. Omdat de energierekening bijvoorbeeld onnodig hoog wordt, of niet iedereen kan investeren in een energieproject of hun eigen huis, waardoor huizen op termijn wellicht onverkoopbaar raken. Het gaat niet puur over getallen en wijken, er zitten zoveel menselijke vragen achter de energietransitie die we niet uit het oog moeten verliezen. De keuzes die wij nu maken raken iedereen, ook de komende generaties. Laten we goed nadenken over hoe energieregio’s samenwerken om dit tot een goed resultaat te brengen en over wat de impact gaat zijn op de toekomst van onze jongeren."

Meer weten?

Kijk op website van de RES voor meer informatie. Via de contactpagina kan je met de juiste persoon in contact komen.

Naar de RES-website

Naar de RES-contactpagina

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen