Podcast 'Wijkanalyse in verbinding met de inwoners'

Samen maken we Nederland stap voor stap aardgasvrij.

Het programma aardgasvrije wijken neemt regelmatig podcasts op. Je wordt meegenomen langs inspirerende voorbeelden van initiatieven en projecten door burgers of beleidsmakers van gemeenten, ministeries of andere overheden. Luister maar eens!

In deze podcast praten we met Natasja Zwennen, wijkconsulent van woningcorporatie L’Escaut. En met Michelle Vos, wijkcoördinator en Mariët Kaptein, beleidsmedewerker overheid en burgerparticipatie van de gemeente Vlissingen.

Thema

Verbinden van Opgaven

Inhoud

Koppelkansen
Verbinden
Wijkanalyse

Direct naar de podcast

Wij hebben het over de wijkanalyse en hoe je nu eigenlijk in beeld krijgt, in wat voor wijk je zit als gemeente en waar je actief op gaat zijn. In Vlissingen hebben ze hiervoor letterlijk bij 600 woningen aangebeld. Wat dat oplevert en wat het doet met de organisatie hoor je in deze podcast.

Klik op 'Lees meer' voor de transcriptie van deze podcast. 


Voice over:

Welkom bij deze Podcast voor gemeenten van het programma aardgasvrije wijken.

Om van elkaar te leren gaan we in gesprek met gemeenten die werken aan het aardgasvrij maken van wijken. Luister mee als zij ons vertellen over hun projecten, ervaringen en plannen.

René Schellekens:

Welkom! We zitten hier in een voorbeeldwoning in Vlissingen. Aan de Crocuslaan 10. Een prachtige woning met een enorme tuin. Die nog meer bloemetjes verdiend, vind René. René is daar samen met Natasja Zwennen van woningcorporatie Lescaut. Daar is ze wijkconsulent. Met Michelle Vos, wijkcoördinator van de gemeente Vlissingen en Mariët Kaptein, beleidsmedewerker overheid en burgerparticipatie.

Wij gaan het hebben over de wijkanalyse en hoe krijg je nu eigenlijk in beeld in wat voor wijk je zit als gemeente en waar ga je actief op zijn. Mariët laat weten dat zij van alles weten en hebben van alles gedaan. René was zeer gecharmeerd dat ze de wel 600 deuren zijn langs gegaan en hebben aangeklopt. Ze hebben van alles gehoord. Maar Mariët zei dat René eens met Natasja en Michelle moest gaan praten.

  • René: Zij zijn daar altijd. Hoe zij zich een beeld hebben gevormd van de wijk?
  • Natasja: Zij kennen de wijk al. Het is een deelgebied in het PAW. Huur en koop zitten door elkaar. Ik ben vooral bekend met het gedeelte waar de huurders wonen. Je kent ze omdat het huurders zijn, je loopt vaak met ze in de wijk, je spreekt ze als je daar rond loopt over allerlei verschillende onderwerpen. En ook over zaken die zij misschien wat breder aan willen pakken. Waardoor je dus ook weer de samenwerking met de gemeente daarin opzoekt.
  • René: Betekend dat jij ook altijd in de wijk aanwezig bent?
  • Natasja: Gecombineerd. Ik zit veel op kantoor maar ook veel in de wijk. Ik heb ook collega’s die iets meer in de wijk zitten, wijkbeheerders. Maar altijd bereikbaar voor de huurders om de gesprekken aan te gaan.
  • René: Dus ze kennen jou?
  • Natasja: Ze kennen haar.
  • René:  Zou dan ook kunnen zeggen dat er een vertrouwensband is?
  • Natasja: Jazeker!
  • René: Natasja is de wijkconsultent en jij, Michelle, bent de wijk coördinator in dezelfde wijk.

Wat doe jij precies in de wijk?

  • Michelle: Ik ben wijk coördinator en ik ben aangesteld om met bewonersgroepen in overleg te gaan wanneer zij verbeterpunten en/of knelpunten voelen qua leefbaarheid. Daarin spar ik ook vaak met Natasja samen als zij met een of twee bewoners praat. Of ze ziet zelf iets wat  beter kan of vervelend is. Dan gaan we samen kijken wat we kunnen doen of wat we kunnen organiseren. We zitten regelmatig met de bewonersgroepen, meer dan dat we in overleg zijn. Maar ook intern, neem bijvoorbeeld een speeltuintje, iets heel kleins. Als mensen zoiets heel graag willen hebben dan ga ik intern in de organisatie kijken wie mij kan helpen en wie heeft wat te vertellen. De bewoners willen dit graag. Natasja verzamelt de collega’s en de bewoners rondom ons heen. Dan gaan we samen kijken wat we kunnen doen. 
  • René: Is dat dan tweerichtingsverkeer? Want we hebben het natuurlijk hier over aardgasvrije wijken. Een deel van de wijk zou aardgasvrij moeten worden. Komen de mensen van de gemeente die bezig zijn met aardgasvrije wijken automatisch naar jullie toe? Of horen jullie, hee aardgasvrije wijken, daar moeten we ons tegenaan bemoeien?
  • Michelle: De bewoners bedoel je?
  • René: Nee, in dit geval de collega’s van de gemeente die aan de slag gaan met het project.
  • Michelle: Voor de start van het project moest er een keuze gemaakt worden. Welke wijk is het meest geschikt? En het moet aan een aantal criteria voldoen. Michelle is met de heren die bijdragen aan de subsidieaanvraag op de fiets gestapt en heeft een rondleiding gegeven door Vlissingen en aangegeven waar kansen zitten qua positieve ontwikkelingen voor de wijken. En dit deelgebied van Vlissingen, de bloemenbuurt, viel binnen de kaders. Er staat veel te gebeuren in de wijk, zodat ik het een mooie kans zag om als impuls in leefbaarheid en energietransitie te geven.
  • René: Het betekent eigenlijk ook,  je gaat niet als gemeente of woningbouwcorporatie kijken hier moeten ze van het gas af, er moet vooral energietransitie komen. Maar er is meer in deze wijk aan de hand wat je gaat combineren.
  • Michelle: Ja, dat klopt. Het is natuurlijk niet alleen, overal moeten we van het gas af. Er zijn ook andere criteria waar je naar kijkt en waarop je een gebied selecteert. Welke voordelen kan je er nog meer uithalen? Welke randvoorwaarden kan je nog meer daarin meebrengen die een positief effect op de wijk kunnen hebben.
  • René: Ik weet van heel veel gemeenten die halen allerlei data van CBS en uit allerlei gemeentelijke archieven op om een wijk in beeld te krijgen. Maar goed, dan heb je cijfertjes en allerlei opmerkingen die uit literatuur of wat dan ook komen, maar wat jullie doen is natuurlijk van een hele andere orde om een wijk in beeld te brengen. Hoe zien jullie dat zelf? Hoe belangrijk is het om te weten wat hier speelt?
  • Michelle: Ik denk dat wij het meer uit oogpunt van de bewoners zien en dat wij ons meer kunnen verplaatsen in hoe ervaren bewoners de woningen en de wijk. Zij wonen daar, dit is een groot verschil. Je kan heel veel baseren op cijfers, maar dat komt niet altijd overeen hoe bewoners hun woonomgeving ervaren. Daarom is het zo belangrijk om met de bewoners in gesprek te gaan en echt te horen wat er daadwerkelijk speelt en wat mensen daadwerkelijk vinden van hun omgeving. Wat missen ze en wat is goed. Of wat kan er verbeterd worden.
  • Mariët: Het is niet dat wij helemaal geen literatuur onderzoek hebben gedaan. Wij hebben verschillende onderzoeken gedaan. Ook onderzoeken naar de beleving van de bewoners. Wat wij heel vaak zien is dat met dat soort onderzoeken, een bepaalde groep meedoet met deze onderzoeken en dat zijn precies niet de bewoners die in deze wijk wonen. Als je wilt weten wat leeft er nu in deze wijk, dan moet je net een stapje extra zetten, naast die papieren onderzoeken. Want die zijn ook gedaan.
  • René: In het kader van aardgasvrij hebben jullie nog letterlijk overal aangeklopt. Hoe is dat gegaan? René heeft Mariët eerder gesproken en toen vond hij het al heel dat je de beleidsmedewerker die er mee bezig was confronteerde dat je hem bewust meegenomen had.
  • Mariët: In eerste instantie wilden wij dat niet doen. In eerste instantie wilden we een soort van gezellige dag organiseren met sport erbij, omdat het ook aansluit bij de behoefte van de bewoners. Maar toen kwam Corona en toen mocht het niet doorgaan. En dan moet je wat. Wij wilden wel, perse, dat contact met die bewoners. Als wij een brief sturen naar deze bewoners en als deze al opengemaakt wordt, dan wordt deze niet eens begrepen door een hele grote groep. En zo ontstond eigenlijk in samenspraak met elkaar, want dat doe je gewoon al sparrend, het idee. Dit is gewoon een wijk waar je moet aanbellen. Maar waar ga je dan aanbellen? Dan ga je bij allemaal aanbellen en afwachten wie er open doet.
  • René: je heb vast wel een leuk verhaal van iemand die de deur open deed en bijzonder reageerde?
  • Mariët: Nou ja, heel verschillend. Ik vind het altijd leuk als mensen de deur opendoen en je weet van te voren niet wat er komt. Dat vind ik persoonlijk leuk. Maar wat vooral heel erg leuk en interessant is, is om te zien hoe verschillend de mensen zijn. Ze staan op een bepaalde manier in het leven. Of ze überhaupt aardgasvrij willen worden en of dat het een thema voor ze is. Bij heel veel mensen waar wij aanbelde was dat totaal geen thema. Dat waren gewoon mensen die blij waren dat ze de volgende dag weer gehaald hadden.
  • René: Wat vraag je dan überhaupt als ze de deur opendoen?
  • Mariët: Meestal begon ik wel zo. We hadden wel een gestandaardiseerd interview. We hadden de vragen allemaal voorbereid en stelden aan iedereen dezelfde vragen. Natuurlijk kom je dan toch ook wel eens met een verhaaltje eromheen met mensen in gesprek. Maar we hadden een aantal vragen die we aan iedereen wilden voorleggen. Daar begonnen we gewoon mee. Eerst legden we uit waarom we hier eigenlijk staan, met de vraag of ze tijd hebben voor ons. We zijn van de gemeente en er gaat hier een heel groot project draaien. Zouden we daar met u daarover in gesprek mogen gaan?

En dan ga je dus vragen: ‘Weet u überhaupt dat deze wijk op de nominatie staat om van het aardgas af te gaan? En weet u dat heel de gemeente van het aardgas af moet gaan?’ Zo bouwt dat gesprek zich op. Wij deden dat gelijk digitaal invoeren. Dus we hebben wel een grote inspanning gedaan om 600 huizen af te gaan, maar we hebben het wel zo proberen te organiseren dat de verwerking enigszins snel ging. Namelijk gewoon digitaal.

  • René: Schrikken die mensen niet? Dat de gemeente in ene zo voor de deur staat?
  • Michelle: In eerste instantie niet. Wat wij hadden gedaan, wij hebben 615 adressen aangeschreven, zij hadden al een brief in de bus gehad met daarin de vermelding uw wijk is geselecteerd en wij gaan een rijksbijdrage aanvragen. En er was al een persbericht geweest. Sommige mensen waren al goed geïnformeerd. En daarna stonden wij voor de deur. We deden dit in koppels. Laat ik dan namens mijzelf praten. Bij heel veel mensen was het: ‘Hoi Natasja kom eens mee’. De gesprekken met Natasja samen duurden het langst, zij kende al heel veel bewoners. Het geeft aan hoe goed zij het in de wijk doet. Ze schrokken er niet van en waar Michelle van stond te kijken, wat zij al had verwacht, dat er heel veel mensen zijn waarvan het besef pas later komt.

Op de vraag: ‘Weet u dat de wijk van het gas af gaat?’ reageerden zij met bijvoorbeeld:  ‘Maar daar doe ik niet aan mee’ of ‘Hoe lang duurt dat nog? Want dan ben ik toch al dood’. Of met: ‘Dat geeft toch niets? Dan stook ik verder op hout en ga ik daarop koken, want dat heb ik eerder ook al gedaan’. Of: ‘Dat kan helemaal niet, want als het waait, dan waait het hier door het huis heen. Hoe gaan jullie dat dan doen?’

Ons eerste doel was eigenlijk contact maken en überhaupt de beleving ermee geven. Laat mensen maar nadenken over wat het doet en als ze er niet waren dan gaven we een kaartje met we hebben je gemist erop, wat jammer. Wil je online nog de vragenlijst invullen? Met de namen Natasja en Michelle. Ook in andere communicatie uitingen, we hebben ook een nieuwsbrief, staan altijd wij tweeën aangegeven als contactpersoon. Je ziet toch wel dat mensen daarop reageren. Dus geen schrik, vanuit mijn kant. Maar wel dat we nog heel ver te gaan hebben. Vooral in deze wijk hebben mensen ook wel andere zorgen, dan van het aardgas af. 

  • René: Deze zorgen in beeld brengen, dat is een doel van een goede analyse of een goed beeld te krijgen van de wijk.  Wat ga je daar vervolgens mee doen? Want je gaat bij de mensen langs en je begint over aardgas vrij. Die mensen hebben zoiets van ‘het is leuk en aardig, maar de kraan in de keuken die lekt en kastdeurtjes vallen eraf.
  • Michelle: Dat soort directe reparaties hebben ook gelijk opgepakt en meegenomen. En we hebben uitgelegd dat we het per deelgebied gaan aanpakken. Dan wordt er ook gekeken wat er nodig is om de woning op een specifiek niveau te krijgen om de woning aardgasvrij te krijgen. Het gesprek aangaan en luisteren.
  • Natasja: Wat mij  opviel is dat er best een groot aantal mensen flink bezig waren om met nadenken over duurzaamheid, alleen hun beweegredenen zijn soms anders dan alleen klimaat. Vaak is het ook wel op financieel gebied belangrijk.
  • René geeft aan dat daar niets mis mee is. Dat klopt zegt Natasja. Dat vond ik wel frappant, dat sommige bewoners er echt al mee bezig waren.  Het is juist ook mooi.
  • Mariët: Tegelijkertijd, vond ik dat ook best wel zorgelijk. Het zou ook een mooie entree kunnen zijn. Zo van, aardgasvrij is misschien voor u vervelend, maar het gaat voor straks voor de portemonnee veel schelen. Ik kreeg ook regelmatig terug van: ‘Mij gaat het niks uitmaken, want ik heb de verwarming toch al niet aan’. De bekende energiearmoede hebben wij veelvuldig gezien in de wijk. En met name voor die mensen zal het niet voor een besparing gaan leiden, want zij zitten al op het minimum.
  • René: In mijn beleving zijn jullie heel belangrijk voor jullie om een goed beeld te krijgen van de wijk. Hoe zet je nu het participatietraject om aardgasvrij in te zetten? Hoe heb jij dat ervaren? Hoe zie jij dit als toegevoegde waarde? Terwijl je wij coördinatoren en een wijkconsulente gebruikt.
  • Natasja: Wat ik het allerbelangrijkste vind is dat zij al een soort van vertrouwensband hebben opgebouwd met de bewoners. En als jij begint met een project zoals van het aardgas afgaan en je gaat dan eens kijken wie woont daar en je moet nog helemaal van nul af aan beginnen. Het is al een hele klus om het project te draaien, maar als jij van nul af aan vertrouwen moet opbouwen dan zit daar al een heel stuk aan voorafgaand. In die zin, vind ik het vooral van belang dat we daarmee een stuk versnelling mee kunnen maken aan het begin.
  • Michelle: Kijken ook echt verder dan feitelijk van het aardgas af. Om heel populair te noemen naar de psychologie erachter. Je komt achter de voordeur, je moet mensen binnen laten. Er hangt een ketel op zolder. Maar daar is de troep op gestapeld. Ik heb pijn in mijn rug. Het is zo’n gedoe, om het allemaal voor elkaar te krijgen. Het is niet alleen de deur open doen en zorgen dat er mensen binnen kunnen komen. Je wil met je goed fatsoen zorgen dat het een beetje op orde is en je hebt jaren geïnvesteerd in je woning en je leidingen zijn netjes weggewerkt. Dus, wij zijn er, denk ik, ook een deel voor om die zorgen weg te halen. Om te kijken of we dit intern een plekje kunnen geven, zodat we daarmee aan de slag kunnen gaan. Maar ook bijvoorbeeld anders talige, die hebben we nog slecht bereikt. Misschien moeten we een volgende keer een Marokkaanse collega meenemen, die dan het gesprek voert. Daar hebben we nog weinig reacties van terug gekregen, ondanks dat we wel aan een moskee hebben gevraagd. Goh, willen jullie ons hierbij helpen. We proberen echt tussen de bewoners te gaan staan. We hebben mensen gevraagd: ‘Heb je zorgen om je buren? Laat het ons weten.’ Kijken of we gezamenlijk kunnen helpen. Ik denk dat daarin onze rol voornamelijk is.
  • Natasja: Juist de mensen die niet standaard meedoen, participatie peilen.
  • Michelle: Die groep is erg groot. We moeten dit intern,  bij de gemeente, maar ook binnen de woningcorporatie kunnen borgen, dat voor die doelgroepen ook gewoon echt aandacht is. Zodat ze er beter uitkomen. Dat is voor iedereen een doel.
  • René: Zo zien jullie ook denk ik, dat er bij mensen nog hele andere prioriteiten leven, dan dat aardgasvrij. Waarbij je binnen dit traject ook iets moet.
  • Mariët: Niet alleen andere prioriteiten, maar ook wat je duidelijk ziet is, waar zit nu de nood bij de mensen. Stel dat er straks geen aardgas is, waar moeten mensen mee geholpen worden. Sommige mensen zijn blij met een subsidie om hun huis te verduurzamen, maar wat wij vooral gezien hebben zijn dat mensen behoefte hebben aan ontzorgen op de meest praktische niveaus. Als wij nu iets als gemeente kunnen betekenen voor de bewoners. Dan is nu mijn overtuiging dat we dat nu niet moeten gaan zoeken in: ‘hier heeft u geld, dan kunt u het gaan regelen’. Maar dat we echt de mensen moeten ontzorgen en moeten zorgen dat er bijvoorbeeld een inductie kookplaat komt. In plaats van dat er een tegemoetkoming komt om iets zelf aan te schaffen. Want de mensen krijgen het ook niet voor elkaar om dat te regelen. Ze overzien het niet meer.
  • René: Er zijn hele boeken over geschreven. Boek schaarste. Ik weet niet of je het ooit gelezen hebt. Dat gaat daarover. Over de denkruimte wat mensen nog hebben, wanneer ze met financiële problemen te kampen hebben. En dan kom je dat vaker tegen. Wat ik mij afvraag binnen zo’n wijk, we hebben Natasja en Michelle die de mensen in de wijk kennen, maar nog zeker zo belangrijk binnen zo’n traject is, dat de mensen jullie kennen. Het lijkt mij, wanneer je een briefje achterlaat met ‘Natasja was hier, wil je even bellen?’ Dat ze denken: ‘Leuk Natasja was hier’. Maar als je schrijft ‘Natasja Zwennen was hier’ en ze hebben geen idee wie het is, dan gaan ze echt niet naar Lescaut bellen, denk ik.
  • Michelle: Als het de tiende keer is wanneer we langskomen, dan wel. En wat ik heb gemerkt dat ze Natasja wel allemaal kennen. Mij minder, maar Natasja komt ook in de directe omgeving.
  • Natasja: Het is voornamelijk met de huurders. Met de kopers is het bij mij iets minder natuurlijk. Dan zullen ze eerder Michelle kennen. Dat is het mooie aan deze wijk, dat je zo’n diversiteit hebt. Je hebt huurders, kopers. Je heb eengezinswoningen, je hebt appartementen. Alles zit erin.
  • René: Als je kijkt naar het participatietraject? En rondom aardgasvrij. Wat hebben jullie nog meer in beeld gebracht? Je bent langs de deuren gegaan. Je hebt volgens mij alle informatie die Natasja en Michelle hadden, die heb je eruit getrokken waarschijnlijk om dit project op te zetten. Heb je nog meer dingen gedaan?
  • Mariët: Nee, op dit moment hebben we nog niet heel veel meer dingen gedaan, maar we zijn wel bezig om nu straks een heel concreet, we hebben de eerste stap, zeg maar, van het project doorlopen. We komen nu straks in de uitvoeringsfase en met de kennis van de bewoners in ons hoofd weten we welke participatie methodieken straks goed kunnen gaan werken. Die moet je eerst nog inpassen in het totale project wat gestart gaat worden. Maar brieven zullen we altijd blijven sturen, omdat je dit altijd moet doen. Wij zullen niet alleen blijven volstaan met alleen brieven en bewonersavonden zullen we ook wel doen, maar we zullen ook nog op andere manieren de bewoners blijven bereiken en warm blijven houden voor het toekomstige van het gas afgaan. We zijn met hele creatieve dingen bezig en wat kun je allemaal doen? En je moet aansluiten op de belevingswereld van je bewoners. En wat ik doe van uit participatie beleid is zorgen dat ik mijn collega’s, die bezig zijn met er moet iets in de grond komen, of er iets op de grond komen, daar heb ik dat en dat nodig van bewoners, om die in hun gedachte om te laten keren en dat zij moeten bedenken wat zou nou interessant zijn voor die bewoners over mee te denken. En hoe kan ik dat gebruiken in mijn werk.
  • René: Volgens mij heb je die mensen ook meegenomen, toen je deur aan deur ging. Wat heeft dat opgeleverd?
  • Mariët: Dat was eigenlijk een beetje een “trucje”. Want ik heb heel veel respect voor mijn collega’s die van alles weten over duurzaamheid. Dat heb ik niet. Wat ik veel zie, is dat zij een beetje een tunnelvisie hebben. Het is toch een gelijkgestemde rondje hebt. En zij hadden geen idee dat er bewoners zijn die niet eens weten dat je van het aardgas af moet gaan. Het taalniveau. Wanneer zij een brief schrijven, het merendeel van de Nederlanders begrijpen niet meer staat. Met name op het gebied van duurzaamheid, heb je zo ontzettend veel vaktermen. Ik heb mijn collega’s die bezig zijn met de verduurzaming ook ingeschakeld. 600 woningen, met duo’s, daar ben je wel even mee bezig. Dus dat hebben we geprobeerd om te verdelen. We hebben hun van de beleidsstoel afgetrokken.
  • René: Vonden ze dat niet eng?
  • Mariët: Als ze samen met Michelle op stap gaan, hoeven ze niet bang te zijn hoor.
  • René: dat geloof ik wel.
  • Mariët: Dat is een grapje
  • René: Er worden wel vragen gesteld die ze misschien niet perse kunnen beantwoorden.
  • Mariët: Dat is een leermoment. Want er worden heel vaak vragen gesteld door bewoners die wij niet kunnen beantwoorden. En dan moet je eerlijk durven zijn. Wat je vaak ziet is dat mensen perse een antwoord willen kunnen geven. En als ze nog niet honderd procent zeker zijn dat ze het contact met de inwoners gaan mijden. Als je het hebt over participatie en vertrouwen opbouwen is dat echt killing. Ik heb ze min of meer voor het blok gezet.
  • René: En wat vonden ze daar achteraf van?
  • Mariët: Zij waren heel verbaasd. Ze hadden waarschijnlijk nog nooit te maken gehad met mensen die onder toezicht stonden. Die zoiets, ach, van het aardgas af, maakt niet uit. Het wordt toch allemaal betaald door mijn bewindsvoerder.
  • René: Ja, ja. Dat is wel interessant business wat je dan krijgt. Wat ik ook kan voorstellen, je zegt het al, we kunnen wel brieven sturen. Maar heel veel mensen maken ze niet open. Of als ze het wel openmaken dan kunnen ze het niet lezen. Dat zijn allemaal verschillende eigenschappen waar je bij mensen tegenaan loopt. De ene is misschien dyslectisch, de ander analfabeet. Dan kom je natuurlijk door het contact met al die inwoners achter. Doen jullie daar als Lescaut ook iets mee op het moment dat je straks aan het verduurzamen gaat?
  • Natasja: We passen ons taalniveau in brieven heel erg aan. We proberen ook steeds meer met beeldtaal te communiceren. Juist ook voor mensen die analfabeet zijn of de taal gewoon niet machtig zijn. Die heb je er ook genoeg tussen wonen. En ik denk ook dat het persoonlijke contact belangrijk is. We zijn naar mogelijkheden aan het kijken, hoe kunnen nog meer zichtbaar zijn in de wijk en zo laagdrempelig mogelijk dat ze contact met ons kunnen opnemen.
  • René: Ik kan mij ook voorstellen dat soort inzichten die jullie hebben ook heel belangrijk zijn straks in de vervolg fases.  Dat mensen die bijvoorbeeld heel slecht ter been zijn en het huis moet helemaal op z’n kop, dan zal je toch iets moeten organiseren?
  • Natasja: We hebben het gebied in kleinere stukjes opgedeeld. Wij zijn nu bezig met het eerste gebied met woningen van Lescaut, die gaan we in ieder geval renoveren en daar wordt groot onderhoud aan gepleegd. Daar gaan we echt een op een met de bewoners in gesprek om te kijken “wat hebben ze nodig?” Dat we ook gaan kijken, zijn het mensen die zelfstandig dingen kunnen regelen? Of hebben ze echt meer hulp van ons nodig? Wat kunnen we daar meedoen? Dan wordt het echt individueel bekeken wat er nodig is.
  • René: Dat is wel erg intensief denk ik?
  • Michelle, Dat is het zeker, maar ook erg nodig.
  • Natasja: Je komt achter veel problemen die achter de voordeur zitten. Die je misschien anders niet weet. Waardoor je mensen ook de juiste hulp kunt bieden.
  • René: Maar als ik jullie zo zie en je vertelt erover. Jullie vinden het wel erg leuk werk.
  • Natasja: het is het mooiste werk wat er is vind ik.
  • Michelle: Het is wel heel leuk als je mensen kan helpen. Daar gaat het uiteindelijk om. Als je het leven en de woonkwaliteit op wat voor manier dan ook beter kan maken. Ik geloof dat we daarmee bezig zijn, alleen moeten we het vertrouwen krijgen. Dat is nog niet altijd. Ook van de bewoners zelf. Dat ze dat ook inzien.
  • René: En houden natuurlijk.
  • Michelle: En houden. Dat is wel heel belangrijk en zeker in een project waarbij de looptijd zo ontzettend lang is. Wat ik leuk vind om nog te benoemen, maar goed, ik weet niet of daar nu de gelegenheid voor is.
  • René: Ga je gang.
  • Michelle: Wat we tijdens de interview rondes hebben gedaan is ook gevraagd: “Wat mist u nog in uw omgeving?” “En wat kan nog beter?” We hebben gezocht naar leefbaarheid. Zaken die we konden koppelen. Waar we heel veel van terug hoorden was: ‘Meer groen in de wijk, speelgelegenheid voor kinderen, iets met honden, omdat er geen honden uitlaat plekken zijn’. Wat leuk is, omdat er in deze buurt zo ontzettend veel gaande is, dat we nu al tegen een project aanlopen waarbij we intensiever mee bezig zijn. Om twee pleinen in te richten op die manier zoals bewoners dat graag willen. En ik hoop dat we daarmee ook nog zichtbaarder zijn. Dat mensen ook vertrouwen hebben en krijgen. En vertrouwen van bewoners, van dat hebben we aangegeven. We willen meer speelgelegenheid. We willen meer bewegen en we willen meer ontmoeten. Daar gebeurd ook wat mee. Daar zijn we erg intensief mee bezig om op die manier zichtbaar aanwezig te zijn. Laten zien dat we iets doen wat bewoners graag willen. Ik hoop dat ze ons straks genoeg vertrouwen om die voordeur open te doen.
  • René: Hoe belangrijk denk jij, Mariët, dat dat soort dingen is in zo’n participatie traject?
  • Mariët: Dat is heel belangrijk. Michelle noemde het net al. Het is een project van ongeveer acht jaar en niet alle woningen zijn gelijk als eerste aan de beurt. Maar je wil wel het contact houden met de bewoners. Van het eerste complex wat nu aan de beurt is, gaan die mensen nu echt merken wat het is. Maar er zijn er nog honderden die pas over een jaar of misschien pas over acht jaar aan de beurt zijn. Die wil je aangehaakt houden. We zijn ook continue bezig om te kijken en aan te geven: ‘Er gebeurd nog niets beste bewoners, maar er gaat wat gebeuren en  wij zijn er voor jullie’. En om dat in beeld te houden en dat vertrouwen ook vast te kunnen houden. Dat is denk ik, wanneer je het hebt over participatie, de grootste uitdaging. Het moment dat er daadwerkelijk wat gebeurd, dan heb je ook hele grote uitdagingen. Maar daarnaast, zeg maar, die grote groep bewoners die weten dat er wat gebeuren maar nog niet wanneer. En het kan ook nog een hele tijd duren en om die dan toch het vertrouwen te laten haken. Met participatie, in mijn beleving, valt in twee delen uiteen. De ene kant mensen gemotiveerd houden, want als er dan wat is kies dan wel alvast voor de meest duurzame oplossing.
  • René: Zijn het dan misschien juist die zaken die niet perse aardgasvrij zijn, maar bijvoorbeeld groen, of een speelveldje of honden uitlaatplaats die ervoor zorgen dat de mensen in het hele traject meegenomen blijven worden? En dat je regelmatig wat te melden hebt?
  • Mariët: Maar ook is het belangrijkste is dat je het huis zo goed mogelijk geïsoleerd wordt. Dat kun je natuurlijk allang doen voordat je van het aardgas af gaat. Dus ook mensen die misschien pas over een paar jaar aan de beurt zijn, die kunnen daar al over nadenken. Die bereiken ook onze mensen. Michelle krijgt al regelmatig vragen, zoals ‘Nu is mijn ketel kapot, wat moet ik nu?’ Je probeert ook al die mensen die nog even moeten wachten, zo goed mogelijk te helpen.
  • Michelle: Daarop aanvullend. Poetin helpt ons hier niet mee. Want de gasprijzen gaan omhoog. Subsidie is vrijgegeven. ‘Hallo gemeente, opschieten’.
  • Natasja: Het wordt ook breder over Vlissingen uitgerold. Onze namen staan voor aardgasvrij voor dit gebied, maar ik word ook gebeld door mensen die buiten dit gebied vallen. Die vragen of ze er ook niet aan mee kunnen doen. Het wordt over Vlissingen steeds breder gedragen. Terwijl die wijken nog niet aan de beurt zijn.  
  • René: Er is dus wel echt iets veranderd?
  • Michelle: Het baart mij ook wel zorgen. We zijn het nu wel heel goed aan het voorbereiden met z’n allen, maar het moet ook wel gaan gebeuren. Ik ben ook wel heel benieuwd naar hoe gaat het straks verder ontwikkelen? Hoe tof zou het zijn, als we straks allemaal van het gas af zijn. En wat vinden de bewoners daarvan?
  • René: Als ik toch ook luister wat we eerder allemaal besproken hebben, dan zou het hartstikke tof zijn als iedereen van het gas af was, maar als de wijk als geheel daarmee een stuk beter zou worden. En tegemoet gekomen is aan de behoeften en de wensen die de mensen naar jullie hebben geuit dat die meegenomen zijn.?
  • Mariët: Het is belangrijk dat, dat dan meegenomen wordt. Maar het dus ook een middel om de mensen bereid te krijgen om van het aardgas af te gaan. Dat werkt twee kanten uit. Ze noemen het bijvangst, maar het is bijvangst voor beide kanten. Als jij zorgt dat de leefomgeving fijn is, dan geeft dat vertrouwen en hebben ze ook meer vertrouwen erin dat het wel goed gaat komen als wij van het aardgas af gaan.  En tegelijkertijd doordat wij nu van het aardgas afgaan, gaat de hele buurt op de schop. Dat geeft ook juist weer de mogelijkheden om gehoor te geven aan die mensen als ze iets leuks hebben voor hun omgeving. Dat gaat twee kanten uit.

René Schellekens:

Ik vind dit een hele mooie samenvatting. Ik wil het daarmee ook afronden. Bedankt Natasja, Michelle en Mariët. Wanneer het een beetje meezit dan wil ik dadelijk met jullie even door de wijk lopen en dan hoop ik dat degene die dit horen denken: ‘Hee, die wijkconsulente, die wijkcoördinatoren die we hebben, die moeten we betrekken bij dit soort trajecten, om een goed beeld te krijgen van wat speelt er nou en wat kunnen allemaal doen in de wijk. Hoe krijgen we en  hoe houden we mensen betrokken’. Dank je wel.

Voice over:

Deze podcast is opgenomen door het programma Aardgasvrije Wijken. We danken alle mensen die voor en achter de schermen hebben meegewerkt. Deze en andere afleveringen kun je terugluisteren op www.aardgasvrijewijken.nl.

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen